GSA Don Bosco Haacht: “Coming-out begint met veilig schoolklimaat”
Al meer dan 10 jaar verenigen LGBTI+-leerlingen van Don Bosco Haacht zich in NotSoDifferent, een groep die opkomt voor holebi’s. “Het doel is niet uit de kast komen, maar homoseksualiteit uit de taboesfeer halen", klinkt het in KLASSE.
“Ik was 16 toen ik mezelf outte”, vertelt leraar Maxim. “De klas reageerde begripvol, maar achter mijn rug maakten ze grapjes. Dat kan je nooit vermijden. Op die leeftijd klit iedereen samen in groepjes. Wie anders is, wordt uitgelachen of buitengesloten. Daarom is een veilig schoolklimaat zo belangrijk.”
Van holebigroep naar GSA-netwerk
“NotSoDifferent, de holebigroep van Don Bosco Haacht, bestaat al sinds 2007. Het initiatief komt van een tso-leerling, Steven, die in de problemen kwam toen hij zich outte. Toen hij afstudeerde, namen een paar aso-leraren het roer over”, vertelt leraar Katrien. Ze geeft Latijn en is getrouwd met een vrouw. “Een 10-tal leerlingen sluiten zich aan, voornamelijk holebi’s. We bieden ze een luisterend oor. We gaan naar het holebi-filmfestival in Leuven en op café. Ook is er een besloten Facebook-groep.”
Hoewel hetero’s welkom zijn, evolueert NotSoDifferent tot een praatgroep voor holebi’s. Zo krijgt de groep onbedoeld een stigma, merkt Maxim tijdens zijn eerste schooljaar op Don Bosco: “Je aansluiten bij NotSoDifferent staat voor leerlingen gelijk aan een coming-out.”
Daarom stelt Maxim voor om het anders aan te pakken. “We sluiten ons aan bij het Gay-Straight Alliance-netwerk (GSA), een Amerikaans initiatief dat is overgewaaid naar Vlaanderen. Een GSA-groep staat los van geaardheid of identiteit. Het doel is niet uit de kast komen, maar homoseksualiteit uit de taboesfeer halen. Een veilige school creëren waar iedereen zichzelf kan zijn.”
Regenboogcupcakes en rainbowselfies
“De directeur en collega’s zijn meteen enthousiast”, vertelt Katrien. “Maar om ons doel te bereiken, hebben we ook de leerlingen nodig. Die overtuigen we met acties. We delen regenboogcupcakes uit in ruil voor een like van onze nieuwe Facebook-pagina. Niet alleen vergroten we zo onze naamsbekendheid, ook kunnen leerlingen thuis rustig nalezen waarvoor we staan.”
Nanina (oud-leerling) sluit zich direct na die eerste actie aan bij de GSA. “Er hing zo’n toffe sfeer op school”, verklaart ze, “en ik dacht: daar wil ik bij! Op mijn voetbalclub zitten een paar holebi’s. Van hen leerde ik dat een coming-out niet evident is. Ik wilde mijn medeleerlingen daarbij steunen.”
Nanina en andere GSA-leerlingen zijn Rainbow Rangers. “Dat zijn de oren en ogen van de leraren. In de gangen, op de speelplaats. Omdat wij beter aanvoelen hoe leerlingen denken over holebi’s.” Merkte ze een verschil sinds de acties? “Klasgenoten blijken toleranter. Na de cupcake-actie zeiden ze verwonderd: ‘Allez Nanina, wat moet jij bij zo’n homogroep?’ Na de tweede actie was er minder commentaar.”
Die tweede actie heet #RainbowYourSelfie. Leerlingen maken groepsfoto’s voor een regenboogvlag. Wie die online durft te delen, krijgt een hotdog. “Een succes!” lacht Maxim. “Leraren en leerlingen schuiven aan, er is muziek … Zelfs de machomannen dragen schmink en slingers.” Katrien vraagt de directeur of ze de regenboogvlag maandelijks mag bovenhalen. “Nee”, is het verrassende antwoord. “Die moet hier permanent uithangen!”
Coming-out is een proces
De acties verlagen de drempel om over homoseksualiteit te praten. Voor homofobe leerlingen, maar ook voor jongeren die zich niet durven outen. “Ze zitten met zichzelf in de knoop, zien die vlag en weten: ’t is oké. Ik mag hier zijn wie ik ben, ook al kan ik er nog niet over spreken. Die component mag je niet onderschatten”, aldus Katrien.
De socio-emotionele steun voor leerlingen die worstelen met hun coming-out, blijft. Kim (16) is zo’n leerling. “Sinds de derde klas weet ik dat ik op meisjes val”, vertelt ze. “Ik heb het eerst gezegd aan een vriendin buiten school. Daarna aan een paar klasgenoten. Spannend, want die zie ik dagelijks. Chance, een van hen out zich net als ik er ook klaar voor ben.” Thuis heeft ze het nog niet uitgesproken. “We praten wel over homoseksualiteit, maar me echt ‘geout’ heb ik alleen bij mijn stiefzus. Niet bij mijn papa en stiefmama. Die zijn niet zo open-minded.”
Maxim verduidelijkt: “Mensen denken vaak dat de strijd al is gestreden. We hebben toch het homohuwelijk? Je kan toch adopteren? Maar de maatschappij hinkt achter de wetgeving aan. De reacties van oud-leerlingen bewijzen dat: ‘Als er een GSA geweest was toen ik op school zat …’ Veel holebi’s outen zich pas na de middelbare school.”
Leraren als rolmodel
Als holebi’s zijn Katrien en Maxim een rolmodel voor leerlingen. “Ik val op vrouwen, maar ik heb geen bros en houthakkershemd. Zo doorbreek ik het stereotype”, legt Katrien uit. Haar geaardheid was nooit een geheim: “Vragen leerlingen of collega’s me of ik getrouwd ben, dan antwoord ik: ‘Ja, met een vrouw.’ Verzwijgen, waarom zou ik?”
Maxim heeft er toch even over nagedacht. “Tijdens de lerarenopleiding. Maar ik merkte al gauw dat je niet authentiek voor de klas staat als je in de kast zit.” Authenticiteit is belangrijk als je een leidersrol hebt in een GSA, zeggen ze. “Het is een missie, geen taakje dat je erbij neemt. Je moet vanuit je hart strijden voor tolerantie, anders werkt het niet. Een veilig schoolklimaat is even belangrijk, nee, belangrijker dan je lessen.”
Bron: KLASSE, www.klasse.be