"Een ziekenbezoek kan een zegen zijn, maar soms ook een beproeving."
Op 23-jarige leeftijd zette een ziekenhuisbacterie een kruis over de jeugddromen van Wilfried Meert, sdb. Na jarenlange revalidatie, is de lijdensweg nog niet ten einde. Zowel op persoonlijk vlak, als vanuit zijn pastorale opdracht werd Wilfried ervaringsdeskundige in het bezoeken van zieken. Hieronder leest u zijn verhaal.
Het begin van een lange lijdensweg
Op het speelplein heb ik een onschuldig ongeval gehad: een beenbreuk. Ik was toen 23 jaar en bereidde me voor op het noviciaat bij de salesianen van Don Bosco. Het ongeval had zware gevolgen, want ik begon aan een lange lijdensweg. In de kliniek kreeg ik te maken met een ziekenhuisbacterie. Gelukkig weet je op voorhand niet alles. Na jarenlang ziekenhuisopnames voor kortere maar ook vaak langere periodes, volgde in 1990 een beenamputatie. Nu nog, na 35 jaar, ga ik wekelijks een dag naar de kliniek om mijn immuunsysteem op peil te houden.
Als je zelf ziek bent geweest, heb je ook de zegen van het ziekenbezoek ervaren. Maar tegelijk kan je er ook over meepraten dat het bezoek soms een beproeving is. Wat kunnen gezonde mensen toch onbeholpen dingen zeggen en doen bij zieken.
Voor een zieke is elke dag anders, als bezoeker kun je dat moeilijk inschatten.
Zieken bezoeken is niet eenvoudig
Na mijn priesterwijding kreeg ik van de sociale assistent van de mutualiteit van de religieuzen de vraag of ik geen ziekenzorg-vakanties wilde begeleiden, vooral de pastorale kant van die vakanties. Ik stemde in omdat ik uit eigen ervaring wist hoe belangrijk het is dat we zieken nabij zijn. Ik weet immers dat omgaan met zieken ook niet altijd eenvoudig is, want elke dag is anders. Je weet niet altijd wat ze doormaken: hebben ze veel pijn? Hebben ze koorts? Hebben ze slecht nieuws gehoord? Zien ze het even niet zitten of willen ze even echt alleen zijn? Dit zegt inderdaad iets over de zieke, maar eigenlijk nog meer van de gezonde mens die op bezoek komt. Want we staan nauwelijks stil bij wat een zieke doormaakt. Op bezoek stellen we vragen die we tegelijk beantwoorden en nadien doen we zo plezant mogelijk aan het ziekbed. Maar daar heb je niet veel aan als zieke.
Welke houding neem ik aan bij een zieke
Wanneer ik naar zieken of naar ouderen toe ga, wil ik op de eerste plaats tijd maken en vooral ook rustig op bezoek kunnen gaan. Door omstandigheden kan het bezoek noodgedwongen maar heel kort duren: intensieve zorgen, niet vermoeien, besmettingsgevaar, … Maar daarom moet ik niet gehaast zijn. Ik wil attent zijn en een luisterend oor bieden. Dat is zeer belangrijk, want een zieke wil soms meer zeggen dan dat hij laat horen. Daar dan fijngevoelig, teder, liefdevol en attent mee omgaan. Ik probeer me in te leven in de situatie waarin de zieke zich bevindt: is het gepast dat ik inga op datgene wat er gezegd wordt of wacht ik best even en kom ik er later op terug? Dat kan ook van omstandigheden afhangen: is er nog bezoek aanwezig? Ik moet aanvoelen wanneer ik best doorga op wat hij zegt of het laat rusten, want de zieke heeft recht op zijn privacy. Als ik oprecht contact ervaar met de zieke, is het bezoek de moeite waard. De ontmoeting is dan verrijkend, zowel voor de zieke als voor mezelf.
De zieke heeft recht op zijn privacy.
Ook na een goed bezoek moeten wij verdergaan. We keren dan graag terug en de zieke zal ook naar ons uitkijken. Bij een zware zieke, die niet veel meer kan spreken, is het zeker belangrijk dat ik zelf spreek. Ik zal ook zoeken om zijn hand vast te houden. Zo voelt hij mijn aanwezigheid.
Vragen naar religieuze en spirituele beleving
Wanneer ik weet dat het een gelovig iemand is, zal ik altijd zeggen: ik zal een gebedje uitspreken en je zegenen. Men verwacht dat van mij als priester-salesiaan, en ook dat ik Maria ter sprake breng. Omdat Maria voor velen een toegankelijke figuur is, heeft Don Bosco haar juist Hulp van de Christenen genoemd. Dit zijn vaak ook de mooiste momenten. Daarom ga ik ook in op elke vraag die op me afkomt om de ziekenzalving toe te dienen. Dit zijn de sterkste momenten van mijn priester-zijn. Dat heeft ook wel te maken met het feit dat ik zelf dit sacrament heb mogen ontvangen. Het geeft kracht. Je voelt op dat moment dat veel mensen om je geven en je nabij willen zijn.
Als het einde nadert, ben ik nabij en toon ik dankbaarheid
Ook bij stervende mensen ben ik graag. Als het moment gekomen is dat een mens gaat sterven, wat is er dan mooier dan nabij en sereen afscheid te kunnen nemen en hem een goede thuiskomst toe te wensen bij onze Hemelse Vader? Ik spreek dan telkens ook woorden van dankbaarheid uit voor datgene wat hij of zij betekend heeft. Bij medebroeders is dat steeds hun inzet in onze salesiaanse familie. Bij vrienden en familie bekijk ik steeds hoe hun leven is verlopen en breng ik dat ter sprake. Ik ben ervan overtuigd dat dit hen rust en vertrouwen geeft om de overtocht te maken.
Zieken bezoeken heeft voor mij te maken met de liefde tot God.
Kracht haal je uit de overgave aan God
Uit ervaring weet ik dat ziek of stervende zijn, best moeilijk is. Het is mijn overtuiging dat de kracht van een zieke alles te maken heeft met de overgave aan God. Met zieken omgaan is ook moeilijk. Hen verzorgen en met hen spreken, heeft voor mij dan ook te maken met de liefde tot God. Jezus heeft ons laten zien hoe we een bijzondere zorg moeten hebben voor de zieken. Wij worden uitgenodigd Hem na te volgen. Als salesiaan-priester heb ik nooit durven denken dat dit één van mijn opdrachten ging zijn, maar het is zo zinvol en het geeft mij steeds weer energie om verder te doen.
Een greep uit dit artikel vind je terug in Don Bosco Vlaanderen 2019/2 onder de rubriek "Een ziekenbezoek is voor mij ...". In dat rubriek werpen ook Marc Desmet, sj, en Dominiek Gheysen hun blik op deze pastorale taak. Marc is jezuïet en arts palliatieve zorg, Dominiek is diaken en pastor bij groep Zorg Heilige Familie.