De start van het Oratorio in Amsterdam
Dit jaar is het Oratorio officieel begonnen in Amsterdam. In zijn preek stond Andy Jebarus, sdb, stil bij deze nieuwe start. Hieronder vind je enkele stukken uit zijn preek.
De jonge Don Bosco werd in Turijn geconfronteerd met arme jeugd die werkloos en doelloos rondhing. Ook ontmoette hij jongeren in de stadsgevangenis. Het leed van deze jongeren trof hem diep. Na een beslissende ontmoeting met Bartolomeo Garelli, een weesjongen van zestien jaar, begon Don Bosco in december 1841 zijn apostolaat bij de jongeren. Na deze ontmoeting kwamen de eerste jongens bij hem en zo begon zijn zondagsoratorio. Het aantal jongeren groeide al snel aan tot meer dan honderd. Zijn omgeving begreep hem niet en Don Bosco werd met zijn jongens overal weggejaagd. Hij liet zich echter niet ontmoedigen. Op Paasmorgen, 12 april 1845 vestigde het oratorio zich definitief in een loods in Valdocco.
De vraag is: hebben wij in onze regio Amsterdam Nieuw-West van vandaag ook een dergelijk oratorio nodig? Een plek waar jongeren zich thuis kunnen voelen, een plek waar ze kunnen oefenen in het opnemen van verantwoordelijkheid, een speelplaats waar zij vrij kunnen spelen en een kerk waar ze de verbondenheid in het geloof kunnen ervaren en laten groeien? lk denk van wel! Want ook nu leven in onze maatschappij veel jongeren aan de rand van de samenleving. Sommigen zijn dak- of thuisloos (of ze voelen zich tenminste thuisloos), asielzoekers, of 'gewoon' op zoek naar hun bestemming. Ze stellen vragen die van alle tijden zijn: "wie ben ik?" en "wat vind ik belangrijk?"
Don Bosco was een opvoeder die werd geroepen door de jongeren. Zijn ook wij niet geroepen om de jongeren te begeleiden, hen op te voeden? Opvoeden is een dagelijks gebeuren. Terwijl we spelen, elkaar helpen, de vaat doen of lesgeven, voeden we ook op. Het spontaan aanvoelen wat wel of niet kan, zorgt voor normbesef en grensbewustzijn.
In het contact met de jongeren is het vooral belangrijk om authentiek te zijn. Je toont échte interesse, bent eerlijk en verlangt dat ook van de ander. Ook is het essentieel dat je echt met hen optrekt. Je werkt mét hen en niet voor hen: je bent toegankelijk en aanspreekbaar maar houdt rekening met je eigen grenzen. Jongeren moeten het gevoel krijgen dat ook zij er mogen zijn, met al hun talenten en beperkingen.
Don Bosco was en is een apostel van de jongeren. In het werken met jongeren moet je hun je hart tonen: "Schep een klimaat van hartelijkheid", zei Don Bosco. Wanneer je jongeren hartelijk en open tegemoet treedt, hen bij hun naam noemt en je verplaatst in hun situatie, is de helft al gewonnen.
Jongeren ontwikkelen zich in een sfeer van hartelijkheid maar hebben zeker ook structuur nodig. Als opvoeder leer je de jongeren om kritisch-constructief met zichzelf en de omgeving om te gaan. Je gaat het gesprek aan vanuit je eigen overtuigingen. Met je levensloop als voedingsbodem help je de jongere zijn eigen leven te vormen. En je kunt daarover ook wel eens van mening verschillen!
Don Bosco helpt ieder van ons om met jongeren te werken. Hij is er ook voor jou en voor de jongeren om je heen, voor de jongeren in onze buurt. In de parochie in Amsterdam Nieuw-West start nu een oratorio. Enkele parochianen zitten in de kerngroep die meedenkt en meedoet. We zijn iedereen dankbaar voor wie je bent, voor je tijd en voor je inzet voor het oratorio. Moge de Heilige Geest ieder die meehelpt de kracht geven om de anderen, de jongeren bij te staan.
Bron: Don Bosco NU 2019/1