Update vanuit Congo: "Ons optrekken aan de mooie dingen"
Het is alweer een hele tijd geleden dat missionaris Eric Meert, salesiaan van Don Bosco, nog eens een update gaf over de situatie in Bakanja-ville. Dat is een opvang- en instuifcentrum voor straatjongeren in Lubumbashi, Congo.
“Goede vrienden
We zijn weer een jaartje verder en dus tijd om wat nieuws te laten horen! Het wereldnieuws wordt beheerst door het coronavirus. In alle nieuwsuitzendingen tot op vandaag komt het nog steeds aan bod. Toen we het nieuws uit andere delen van de wereld hoorden, hielden we hier ons hart vast. We stelden ons de vraag: ‘hoe gaat de gezondheidssector dat hier de baas kunnen?’
Met de hulp van vele mensen hebben we in al onze centra de nodige voorzorgsmaatregelen getroffen. Het Ministerie van Sociale Zaken had ons gevraagd de deuren te sluiten voor alle jongeren die niet in de centra logeren. Ook het extern personeel werd gevraagd thuis te blijven. Heel het onderwijs lag lam en hier is natuurlijk geen sprake van afstandsonderwijs. Op het niveau van de staat werden er wel pogingen ondernomen om een soort schoolradio te organiseren, maar hoeveel families hebben een radio en eens buiten de grote agglomeraties is er geen ontvangst meer.
In de meeste van onze huizen zijn we wel doorgegaan om lessen Frans en rekenen te geven aan de internen, zodat ze nadien geen te grote achterstand te verwerken hadden. Heel wat mensen zijn in gang geschoten om maskers te maken. In alle centra werden waterfonteinen geplaatst met een ontsmettingsmiddel. Het moeilijkste was de jongeren te overtuigen van het gevaar van besmetting. Dus werden er geregeld animaties georganiseerd om hen bewust te maken om zich te houden aan de voorschriften. Vooral in het begin hadden we de indruk dat de overheden het gevaar onderschatten, vliegtuig en treinreizen bleven gewoon doorgaan. Met het gevolg dat de verspreiding ook begon. Vandaar dat de gewone mens in de straat spreekt van ‘het virus van de rijken’, zij die het zich kunnen permitteren om te reizen.
Bakanja-ville, het huis van de eerste opvang is zich blijven inzetten voor de jongeren die op de straat leven. Vermits ze niet meer binnen mochten om zich te wassen, zijn we zelf naar hen toe gegaan. We hadden een inventaris gemaakt van de plaatsen waar ze zich gingen wassen; riviertjes en waterplassen, niet altijd met echt proper water. Twee keer per week reden we met de sociale ambulance uit om de jongeren te wijzen op de gevaren van het virus. We lieten het echter niet enkel bij woorden; iedere jongen of meisje die we tegenkwamen, kreeg een kit met een flesje water, melkpoeder, suiker en sojakoeken, daarnaast ook een stuk zeep en een pakje zeeppoeder voor de kleren. Meer dan 8.000 kits werden zo aan de jongeren bezorgd. Telkens als ze ons zagen was het een feest! Maar we kregen ook de vraag wanneer gaat de virus weg zijn en gaan de deuren van Bakanja-ville weer open!
De dokter en de verplegers die wekelijks hun vrije dag opofferden om een paar uur de jongeren te komen verzorgen, mochten dit tijdens de quarantaine niet doen van hun verschillende ziekenboegen; onze jongeren waren een te grote risicogroep. We zijn op zoek gegaan naar een hospitaaltje van een dokter die we van vroeger kenden en hij was bereid de jongeren die we binnenbrachten zo goedkoop mogelijk te verzorgen. De courante medicamenten en de operaties waren gratis, voor de anderen moesten we bijspringen. Dat was al een grote hulp.
Toen eind juni de maatregelen versoepeld werden, hebben ook wij de maatregelen aangepast: de jongeren onder de 17 jaar mochten binnen om zich te douchen en zij die wilden blijven, konden blijven. Iedere dag werd wel hun temperatuur gemeten. Een maand later mochten ook de oudere jongeren binnen. Deze waren ons het meeste dankbaar. Verschillende van hen hadden een paar maanden doorgebracht in de gevangenis. Meestal voor kleine overtredingen. Na een paar maanden komen ze dan ook weer vrij zonder enige vorm van proces. Maar hun verblijf is een ramp voor hun gezondheid: schurft, syfilis, luizen, … En het is vooral daarom dat ze zo dankbaar zijn voor de douche en de verzorging.
Ook al is covid-19 ook hier op dit moment het land nog niet uit, mogen we zeggen dat het balans positief is. Gezien we met een risicogroep werken, is geen enkele van onze jongeren en personeel besmet geraakt met het virus. Daar zijn we heel veel mensen dankbaar voor! We hebben heel wat middelen kunnen krijgen ter preventie: mondmaskers, waterfonteinen met chloor, zeep, drinkbaar water, melk, sojakoeken enz. We blijven wel alert en volgen de situatie op de voet!
Heel de situatie heeft ook een keerzijde! Twee jongeren zijn overleden, ze zijn onder een wagen terecht gekomen, de bestuurders zijn gevlucht. Verschillende meisjes zijn in verwachting geraakt! Daar moeten we nu oplossingen voor vinden. Ook allerhande infecties steken nu de kop op, onze dokter en verplegers hebben hun handen vol!
Nieuwe uitdaging in Magone
Ander nieuws is dat ik zelf sinds 15 september niet meer verantwoordelijk ben voor Bakanja-ville. De overste vond dat 20 jaar voldoende was. Graag had ik nog wat willen doordoen; we hadden nog zoveel willen realiseren! Ik ben nu benoemd in Magone, een artisanaal centrum waar ex-straatjongeren een beroep kunnen aanleren. Dus ben ik blij dat ik nu mijn steentje kan bijdragen in hun sociale integratie. We zijn het jaar wat later gestart maar nu zijn we volop aan het draaien met 160 jongens en zelfs een meisje is komen aankloppen om de bouwafdeling te volgen.
Onze paus Franciscus schreef een encycliek over de broederlijkheid, een aantal woorden vielen me daarbij op: ‘VERWELKOMEN’, ‘BESCHERMEN’, ‘STIMULEREN’ en ‘INTEGREREN’. Allemaal acties die hier bij ons dagelijks werk behoren! Dit schrijven steekt ons een hart onder de riem en is een uitnodiging om ons verder te engageren voor deze jongeren. Het is voor hen dat Don Bosco zijn congregatie begonnen is. Dankzij jullie kunnen wij dit werk verderzetten.
Het jaar loopt stilaan naar zij einde, een heel speciaal jaar dat niemand vlug zal vergeten. Ondanks alle miserie en leed over heel de wereld zijn er ook heel wat mooie dingen gebeurd. Wij willen ons daar aan optrekken. Dat wil ik jullie ook toewensen voor het einde en het nieuw begin. Laat ons kracht putten aan alle mooie dingen die er gebeurd zijn het afgelopen jaar.
Genegen en dankbare groeten
Eric Meert, salesiaan van Don Bosco"