“Slapen op Schiphol voelde veiliger dan in de nachtopvang”
Zainab Mohabbat is 25 jaar en was meer dan twee jaar dakloos. Intussen werkt ze als adviseur in de Mindspa van House of Rituals, zit ze in de cliëntenraad van een grote zorginstelling voor jongeren en is ze vrijwilliger bij Don Bosco Straatvisie in Amsterdam.
Dit is een artikel uit Don Bosco magazine. Ons magazine gratis thuis ontvangen? Inschrijven kan via deze link.
“Ik was 18 jaar toen ik op straat belandde, omdat er thuis een onhoudbare situatie was ontstaan. Ik weet nog goed hoe ik mezelf erom veroordeelde dat ik dakloos was en die druk voelde ik ook vanuit de maatschappij. Hoe kreeg ik het in hemelsnaam voor elkaar om dakloos te worden? Maar die vraag was bijna niet te beantwoorden, omdat het een jarenlang proces was geweest. Ik merkte dat dergelijke gedachten me niet hielpen en vanaf dat moment ben ik gaan observeren, luisteren en leren. De straat werd mijn school.”
“Het was geen gemakkelijke periode, want ik voelde me nergens veilig. In de nachtopvang waren er mannen die me lastigvielen of mijn kamer binnenstormden om te vragen waar hun drugs bleven. Ik sliep vaak op Schiphol, want daar voelde ik me veiliger dan in de nachtopvang. Ook het vinden van een douche, eetplekken of locaties met Wi-Fi was een uitdaging op straat. Om te overleven bleef ik in contact met een gevaarlijk netwerk, waarbinnen veel geweld en agressie was. Uiteindelijk ben ik letterlijk uit hun greep ontsnapt.”
“Maar als je stopt met overleven, hoe moet je dan nog leven? Gelukkig kreeg ik in die periode de mogelijkheid om begeleid te gaan wonen en ik besloot dat het tijd was voor een nieuwe start. Ik brak volledig met mijn oude leven, nam een nieuw telefoonnummer en maakte andere keuzes. Eén van de belangrijkste lessen die ik daaruit trok, was dat niemand verantwoordelijk was voor mijn situatie, behalve ikzelf. Ik werd mijn eigen lichtpuntje aan het einde van de tunnel.”
“In die tijd kwam ik ook vaak bij Don Bosco Straatvisie. Ik deed mee met de activiteiten en bouwde een band op met de andere jongeren. Zo kon ik even gewoon zijn wie ik was zonder iets te moeten. Straatvisie voelde voor mij als een tweede thuis en ik wilde graag iets terugdoen. Daarop werd ik regelmatig uitgenodigd voor allerlei besprekingen en kreeg ik steeds meer taken, waaronder de ontwikkeling van de Straatapp. Tegenwoordig ben ik bijna elke week bij Straatvisie te vinden en dan help ik met het organiseren van activiteiten.”
“Ik wil die goede invloed zijn voor jongeren, want wat ik heb meegemaakt wens ik echt niemand toe. Daarom help ik nu andere jongeren die op straat zijn beland en pleit ik bij de gemeente Amsterdam voor een veiliger systeem, met een aparte nachtopvang voor vrouwen. Ik doe ook vrijwilligerswerk in een nachtopvang voor jongeren, waar ik zoveel mogelijk met de jongeren in gesprek ga. Wat ik hen vooral wil meegeven is dat het niet gaat om wat je hebt meegemaakt, maar wat je ervan geleerd hebt en welke keuzes je maakt voor de toekomst.”