"Opgegroeid in de jeugdhulp en dus vogel voor de kat? Ik dacht het niet!"
Sarah Debaets (27) groeide op in de jeugdhulp, behaalde intussen een bachelor Sociaal Werk en werkt nu bij Akindo vzw, een organisatie die vakantiekampen organiseert voor maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren.
Sarah schrijft indringend haar persoonlijk verhaal neer met als doel mensen extra handvatten mee te geven over maatschappelijke kwetsbaarheid: “Wanneer een bloem niet meer bloeit, herstel dan de omgeving en niet de bloem zelf."
Bewogen jonge jaren
Probleemkind, speciaal geval, agressief, marginaal, ongemanierd, slecht taalgebruik en unladylike. Het zijn maar enkele stigma’s die ik verzamelde doorheen mijn jeugdjaren.
"In mijn gezin heerste een machocultuur met veel geweld en onveiligheid"
27 jaar geleden zag ik het levenslicht. Je kiest niet in welke kribbe je geboren wordt. In mijn gezin heerste een machocultuur met veel geweld en onveiligheid. Er was een ongeziene competitiegeest waarin je vooral de snelste, beste, sterkste en slimste moest zijn. Werd je gepest, dan moest je gewoon hard terugslaan. Een ‘Debaets’ laat zich niet doen!
Thuis leerde ik me klein maken en voor alles daarbuiten ontwikkelde ik een dikke olifantenhuid. Vaak hadden we geen eten in huis, viel de elektriciteit uit en was de wasmachine stuk. Er was geen geld voor de zwemles, schooluitstappen of boterhammen. Met weinig middelen en een gebrek aan ouderlijk toezicht waren het bewogen jonge jaren.
Wie probeerde er mij te begrijpen?
Daarop volgde een tienjarig verblijf in de jeugdhulp, met uiteraard een heel andere cultuur. Mijn kleren werden gelabeld met nummer acht, er was voor iedereen een vast douchemoment en een toegewezen plaats aan tafel en in de zetel. Naast schoolkleren had ik ook speelkleren, maar die omwisselen mocht niet.
"Je moest in de pas lopen, het niet te veel uithangen, braaf dank u zeggen en zeker niet de strijd aangaan"
Er waren nog meer absurde regels. Zoals eerst een boterham met hartig beleg, pas nadien één met choco. Je mocht ook niet te veel eten, want dan ben je gulzig en daarbij: “Geld groeit niet op je rug.” Je moest in de pas lopen, het niet te veel uithangen, braaf dank u zeggen en zeker niet de strijd aangaan.
Een begeleider die een kans tot zelfonthulling ontwijkt met de woorden: “Ik stel hier de vragen.” Dat laat indruk na op een kind. Iets met cultuurshock. Ik probeerde de wereld rondom me te begrijpen. Maar wie probeerde er mij te begrijpen?
Kansen die er thuis niet waren
Ik werd bedankt voor mijn stil gedrag en verkeerd gelabeld als braaf en gehoorzaam. Ik was een “gemakkelijk kind met af en toe agressieve uitspattingen, maar wel nog kneedbaar."
Jeugdhulp en het onderwijs faalden om mijn houding te plaatsen. Ik werd ermee vereenzelvigd, zonder stil te staan bij de kwetsuren die ik had opgelopen. Maar de jeugdhulp bood me ook veel kansen, die er thuis niet waren. Alleen merk ik nu, in mijn volwassenleven, dat de jeugdhulp mij vooral geleerd heeft om te overleven en niet om te leven.
Op mijn achttiende ging ik alleen wonen. Ik was gekwetst en deed er alles aan om de kwetsuren voor mezelf in kaart te brengen, om fysiek en mentaal gezond in het leven te kunnen staan.
Wat is een maatschappelijke kwetsuur?
Maatschappelijk kwetsbaar is iedereen die in contact met maatschappelijke instellingen, zoals onderwijs, hulpverlening en overheid, vooral te maken krijgt met de negatieve en sanctionerende aspecten van die instellingen. Van het positief aanbod kunnen mensen die kwetsbaar zijn veel minder genieten.
"Wanneer mensen je viseren, dan doet dat iets met je als kind"
Het kantelpunt om wel of niet met de negatieve aspecten in contact te komen, zit in de manier waarop personen die deze instellingen vertegenwoordigen, jou wel of niet als individu behandelen. Stigmatiseren of aanvaarden ze je? Staren ze zich blind op het gedrag dat je stelt of schenken ze ook aandacht aan andere aspecten van je identiteit? Zien ze het kind nog doorheen alle kwetsuren?
Wanneer mensen je viseren, dan doet dat iets met je als kind. Zoals de juf die me er voortdurend uitpikte omdat ik niet recht op mijn stoel kon blijven zitten of omdat ik nog niet leerde mijn hand op te steken wanneer ik wilde antwoorden. De eindeloze nota’s in mijn schoolagenda. De rode strepen op mijn toetsen. De vele preken van leerkrachten en directeurs wanneer ik weer eens gevochten had op school.
Of de agent die me als minderjarige naar huis moest brengen na een zoveelste winkeldiefstal. Spoileralert: het kind had honger. De boze winkelbediende. De afkeurende blikken van mensen.
In onze samenleving zijn er waarden en normen die we moeten verdedigen. Maar hoe gaan we om met zij die niet aan het maatschappelijk erkende waarden- en normenpatroon voldoen?
Ik kan het wél!
Eigenlijk leerde ik op jonge leeftijd al dat wat er bij ons thuis gebeurde anders was dan ‘normaal’ en niet aanvaard werd buiten ons gezin of buiten de wijk.
Mensen zijn terughoudend om een hand uit te steken maar snel om te stigmatiseren: marginaal, vogel voor de kat, onbeschoft en agressief. Voor de rest werd niet veel van mij verwacht. Het heeft de rebel in mij gevoed. Ik wou aan de hele wereld tonen dat ik wel iets van mijn leven kon maken. De lage verwachtingen in mijn omgeving werd de brandstof om mijn ambities ook daadwerkelijk waar te maken. Ik kan het wél!
Maar de vooroordelen en ontnomen kansen stapelden zich op. Zoals de OCMW-medewerker die aandringt om na zes herexamens over te schakelen naar plan B: stoppen met studeren en gaan werken. Of de medewerker van een immokantoor die mijn kandidatuur voor een appartement op mijn zeventiende weglacht want ja, zijn dochter heeft dezelfde leeftijd en hij ziet haar nog niet alleen wonen. Of potentiële huisbazen die mijn rekening maken en daarop besluiten dat ik niet zou toekomen met mijn klein budget.
Ik ga niet verkondigen dat zo’n ervaringen mij destijds onberoerd lieten. Maar ik was gelukkig een doorzetter. Verward door twee tegenstrijdige culturen zocht ik zoals zovelen een uitweg. Voor mij betekende dat verder studeren, een diploma behalen, het brengen van stabiliteit en zelfstandigheid in mijn financiën en een woning zoeken in een rustige omgeving.
De lessen die ik trek
Nu mijn nederige doelstellingen bereikt zijn en er veiligheid is in mijn leven, is er ruimte om stil te staan bij datgene dat mij overkomen is en wat daaruit te leren valt.
"Ik ben een expert in overleven, maar van leven heb ik heel weinig geleerd"
Ik ben snel volwassen moeten worden en heb geleerd dat ik mijn eigen redder moest zijn. Veel mensen zijn met je begaan. Maar als het erop aan komt, ben je toch op jezelf aangewezen. Sommige mensen kunnen je onderweg vleugels geven, anderen kunnen ze aan flarden knippen.
Ik maakte op jonge leeftijd een belofte aan mezelf om het hoe dan ook ‘beter’ te doen. Maar hoe beter eruitzag, wist ik eigenlijk niet zo goed.
Mijn ambities waren belangrijk maar ook zeer mainstream. Verblind door de illusie dat ik daardoor zo normaal zou zijn als de rest, verloor ik stukken van mezelf onderweg. Ik leerde niets over het maken van verbinding met mijn lichaam, het zoeken naar connectie met anderen, hoe evenwichtige vriendschappen er kunnen uitzien, hoe een gezonde relatie eruitziet, dat mijn emoties er ook toe doen, dat er niets mis is met grenzen stellen.
Ik ben een expert in overleven, maar van leven heb ik heel weinig geleerd. Hoe ziet het leven eruit wanneer je je niet meer moet verantwoorden, verdedigen, van je af moet bijten? Hoe ziet het leven eruit wanneer je gewoon jezelf mag zijn?
Gewone mensen, zoals jij en ik
Ik schrijf deze brief met een duidelijke boodschap aan iedereen die in contact komt met maatschappelijk kwetsbare personen. Wees gerust: het zijn gewone mensen, zoals jij en ik. Ze zijn alleen slachtoffer van afwijzing en vooroordelen, met gemiste kansen en een laag zelfbeeld tot gevolg.
‘Het beste cadeau dat je aan een kind kan geven, is jouw authentieke zelf.’
Daarom zijn er meer mensen nodig die weten hoe ze anderen vleugels kunnen geven. Dat kan door meer aandacht te schenken aan succeservaringen en minder te blijven hangen in uitdagend gedrag. Door te experimenteren met vertrouwen en verantwoordelijkheid geven, ook al houdt dat soms risico’s in.
Het beste cadeau dat je aan een kind kan geven, is jouw authentieke zelf. Want daarmee laat je een ander venster zien. En hoe meer verschillende vensters dat een kind kan zien, hoe beter. Als je een kind maar één venster laat zien en alleen focust op problemen, dan krijg je kinderen die later opgroeien tot een schaduwbeeld van zichzelf.
Zijn we dan tevreden? Is dat de ambitie van onze samenleving?
Verleg je blik naar de kwetser
Ik nodig iedereen uit om eens diep in jezelf te graven. Wie ben jij? Hoe ga jij om met iets dat niet binnen je kader past? En nog belangrijker: hoe ga jij in verbinding met anderen?
Zijn er andere manieren om onze waarden en normen over te brengen dan systemen zoals straffen en belonen? Blijven we hulpverlening koppelen aan voorwaarden? En blijven we kijken naar het individu als oorzaak van kwetsbaarheid of nemen we eindelijk ook de context, de gemeenschap, de samenleving in het vizier?
Wanneer een bloem niet meer bloeit, fix je de omgeving en niet de bloem zelf.