2022 vraagt nieuwe aanpak jongerenwerk Apeldoorn
Een gefrustreerde en verveelde jeugd door toedoen van de coronaregels: jongerenwerkers van de verschillende welzijnsorganisaties in Apeldoorn hebben hun handen vol. De druk op het werk is hoog en dus komt er een nieuwe aanpak, zij het met beperkte middelen. Nieuw zijn bijvoorbeeld coaches die de jeugd individueel begeleiden, zich meer op straat begeven en focussen op groepsverband.
Dat klinkt goed, maar de vraag is of het voldoende is. Fiona Dreef, jongerenwerker van Don Bosco Apeldoorn, ziet de oplossing vooral in het preventieve werk: “Investeren in groepen is een goed idee, dat zou veel breder ingezet mogen worden wat mij betreft. Een band opbouwen met een groep jongeren heeft tijd nodig, maar daar is geen budget voor. Daardoor zijn we nu problemen aan het oplossen, terwijl we die het liefste voor willen zijn.”
Het jongerenwerk is wel onder de aandacht van de gemeente Apeldoorn, merkt Fiona, die onlangs nog de burgemeester op bezoek kreeg bij Don Bosco De Maten. De taak van de jongerenwerkers is echter te groot en het budget te klein. Auto-ongelukken door gebruik van lachgas, brandstichtingen en zaaien van onrust op de bekende rotonde van Apeldoorn: het zijn incidenten waar de jeugd in de stad een rol in heeft. In De Stentor verscheen onlangs een interview met jongerenwerkcoördinator Soraya Doevendans en ervaren jongerenwerker Cihan Özcan van Stimenz. Volgens hen is de frustratie onder jongeren toegenomen, de verveling toegeslagen en het jongerenwerk is daardoor intensiever geworden.
Nieuw jaar, nieuwe aanpak
“De situatie is niet kritiek”, zegt Doevendans, “mede door deze pandemie moeten we opnieuw bekijken waar de jeugd behoefte aan heeft en hoe het jongerenwerk daarbij kan helpen.” Özcan: “Dit is nodig. Ik merk dat de maatregelen een gigantische impact hebben op de gemoedstoestand van jongeren.” Die signalen zijn er al langer. Onlangs nam Joselito Hasselnook, inmiddels vertrokken als jongerenwerker, in de Stentor geen blad voor de mond over het huidige beleid: “Er is te weinig tijd en mankracht. Ze weten van bovenaf niet wat er leeft in de wijk.” Volgens Doevendans speelt de kritiek van Hasselnook geen doorslaggevende rol in het doorvoeren van een nieuwe aanpak. Doevendans: “Nieuw zijn coaches die de jeugd individueel begeleiden. Jongerenwerkers begeven zich meer op straat en focussen zich op het groepsverband. Zo willen we de behoeftes beter in kaart brengen. De extra uren die we nu hebben gekregen vanuit de gemeente zetten we onder andere in op de scholen Cortenbosch en Sprengeloo. Dat werkt goed. De lijntjes met jongeren worden korter, merken we.”
“Intensiever samenwerken met politie, boa’s en jongerenwerkers van Don Bosco helpt”
Doevendans: “Door duidelijker te hebben wat jongerenwerkers wel en niet doen, houden we meer grip op jongeren. Er wordt nu te veel aan de jongerenwerkers getrokken door meerdere partijen. Ze kunnen niet alles oplossen. Het werk moet behapbaar blijven. Intensiever samenwerken met politie, boa’s en jongerenwerkers van Don Bosco helpt. Dat er nu een verbod komt op lachgas is een mooi voorbeeld daarvan.” Özcan: “In de wijken zetten we ook ‘ervaringsdeskundigen’ in: jongeren uit een hogere leeftijdsgroep die in dezelfde situatie zaten en anderen helpen. Wij zijn professionals en worden al snel zo gezien door de jeugd. Vaak werkt onze aanpak, maar niet altijd.”
Extra jongerenwerkers
Apeldoorn heeft nu in totaal acht jongerenwerkers, een vergelijkbare gemeente als Enschede heeft er zestien. Dat heeft volgens Doevendans vooral te maken met dat er in Enschede andere keuzes worden gemaakt: “Wij moeten roeien met die riemen die we hebben. We kunnen niet zomaar een blik met extra mensen opentrekken. Er wordt gekeken of we tijdelijk twee extra jongerenwerkers aan kunnen stellen. Laten we hopen dat die tijdelijke hulp een blijvend iets wordt.” De nieuwe aanpak treedt in maart in werking, verwacht ze. “We bespreken nu met de gemeente hoe we het vorm gaan geven. We willen dit plan rond krijgen en tot 2024, als het contract afloopt, daar verder aan bouwen. We hebben vertrouwen in dit plan.”