Kastanjes ontbolsteren in Rwanda
Colette Schaumont vertrekt in januari naar Rwanda als eerste Vlaamse vrouwelijke leken-missionaris bij de salesianen van Don Bosco. We vroegen haar om een beeld te geven van haar nieuwe werkomgeving.
“Waarom deelde Don Bosco kastanjes uit aan zijn jongens in het Oratorio?”
Negen paar ogen kijken me verbaasd aan. Ik verken met een groepje prénovicen (kandidaat-salesianen) van de provincie AGL (Afrique des Grands Lacs) vanuit een concreet voorbeeld hoe we Don Bosco kunnen leren kennen en zijn charisma naar vandaag vertalen. Even is er een en ander toe te lichten. Kastanjes kennen ze niet. Google helpt om hen een idee te geven hoe die er uitzien. En na wat uitleg dat een kastanje eetbaar is en dat die op vele plaatsen in Piëmonte groeit, raden ze al snel het antwoord. Dat was goedkoop voedsel voor de armen. Ook op de vraag of we dan net als Don Bosco kastanjes moeten uitdelen om hem trouw na te volgen, weten ze al snel een antwoord. Bij hen zou dat alvast niet lukken of een dure grap worden. Geroosterde maïskolven, die je hier aan een stalletje kunt krijgen, zouden logischer zijn. Of een stuk suikerriet, dat al helemaal niks kost en waar je op kan knabbelen om het zoete sap er uit te krijgen.
Ze hebben het begrepen. Navolgen is niet hetzelfde als slaafs kopiëren. Om in Don Bosco’s spoor te gaan is kritisch-creatieve trouw nodig: “wat waren de intenties van Don Bosco en wat is de essentie van zijn engagement? Hoe kunnen we dat naar deze tijd en context vertalen?” In het vormingstraject dat we samen lopen, zoeken we naar antwoorden op deze vragen.
Jonge, gretige novicen
Het is de tweede maal dat ik de kans krijg een maand in Rwanda te verblijven en aan groepen vorming te geven over Don Bosco en zijn charisma. Met de prénovicen verken ik het levensverhaal van Don Bosco en de evolutie van zijn werken. Eenmaal het ijs gebroken is, komen er vragen, bedenkingen en reacties. Ze leren toegewijd en gretig.
Over de omgeving waarin we aan de slag gaan hebben we niet te klagen. De natuur aan het meer van Muhazi is ronduit prachtig. In de latere namiddag is er tijd voor ontspanning en kunnen we zwemmen in het meer. Nu ja, zwemmen ... Ik ontdek dat het aanleren van die vaardigheid geen deel uitmaakt van de doorsnee Afrikaanse opvoeding. De jongens trekken een zwemvest aan en dobberen vrolijk rond in het water. Het mag de pret niet drukken. Met evenveel naturel en vanzelfsprekendheid bidden we nadien onder de sterrenhemel samen de rozenkrans en het avondgebed. Het zijn magische dagen. Onze werelden zijn zo verschillend maar in Don Bosco ervaren we een intense verbondenheid.
Hetzelfde mag ik ervaren met de twaalf novicen waarmee ik later het ontstaan en de groei van de congregatie overloop. In de voorbereiding op hun eerste geloften de volgende maand, krijgt dit verhaal voor hen een diepere betekenis. Zij zullen deel uitmaken van een wereldcongregatie met een bijzondere missie: teken en aanreiker worden van Gods liefde voor de jongeren. We hebben het over de boodschap die de Algemeen Overste hun bracht bij zijn bezoek aan AGL in het voorjaar: “Jullie zijn in de eerste plaats salesianen. Wie alleen priester wil worden, gaat beter naar het bisdom”. Bij de jongeren blijven is de uitdaging die ze meenemen na ons traject.
Rwandees en Vlaams vormingscentra slaan handen in elkaar
Met een groep leken-medewerkers verken ik de pastoraal-pedagogische aanpak van Don Bosco. Hun ervaringen vormen het uitgangspunt voor de vertaalslag naar vandaag. Een moment van aarzeling — of zij wel in staat zijn om zoals Don Bosco met jongeren te werken — slaat om in vertrouwen als ik hun vraag wat Don Bosco hun daarover zou zeggen. Zijn droom gaat maar voort als wij de hand aan de ploeg slaan op het veld waar we nu staan.
In een laatste sessie zit ik samen met salesianen om te bedenken en te plannen hoe we Muhazi kunnen uitbouwen tot een volwaardig vormingscentrum zoals we dat in België hebben. Kan het vanuit een samenwerking tussen de provincies BEN en AGL hier ook? In januari trek ik als leken-missionaris voor een paar jaar naar AGL om op deze vraag een antwoord te bieden.
Graag wat meer weten?
Neem een kijkje op www.muhazi.be.
Bron: Don Bosco Vlaanderen 2018/6, p. 18-19