“Eén jongere noemt mij nog steeds zijn straatvader”
Marco Betman (54) is straatwerker en oprichter van Stichting Zwerfjongeren Apeldoorn. Voor Don Bosco magazine zocht ik hem op in zijn woonplaats en vroeg naar zijn ervaringen als straatwerker en zijn passie voor jongeren.
Dit is een artikel uit Don Bosco magazine. Ons magazine gratis thuis ontvangen? Inschrijven kan via deze link.
De voordeur staat al wagenwijd open als ik aankom bij het huis van Marco Betman. Hij is straatwerker onder zwerfjongeren in Apeldoorn en mijn gevoel zegt dat het hart van deze man net zo wijd openstaat als zijn voordeur. De metafoor in mijn hoofd maakt me nieuwsgierig naar het verhaal achter Stichting Zwerfjongeren Apeldoorn. Mijn verwachtingen worden allerminst teleurgesteld. Marco verwelkomt mij met een breed handgebaar en voor ik het weet, staat er een enorme punt boterkoek voor mijn neus. Kijk, daar doen we het voor. “Wat een leuke baan heb jij”, voegt hij lachend aan de traktatie toe. Ik knik instemmend en mompel met volle mond iets dankbaars. Gelukkig hoef ik voorlopig geen vraag te stellen, want Marco begint uit zichzelf te vertellen hoe hij met zwerfjongeren in aanraking is gekomen.
“Ik ben begonnen als straatwerker in Amsterdam, waar ik onder andere - in nauwe samenwerking met Don Bosco - woonprojecten voor zwerfjongeren op touw zette. Dat was prachtig werk om te doen, maar ik wilde dit het liefste doen in mijn woonplaats Apeldoorn. Nu werk ik al 23 jaar werk met veel plezier bij welzijnsorganisatie Stimenz als Outreachend Hulpverlener onder zwerfjongeren.”
Knokken voor sokken
Naast zijn baan bij Stimenz is Marco oprichter van Stichting Zwerfjongeren Apeldoorn. Zodra ik vraag naar het ontstaan van deze stichting, begint hij te glunderen. “Hoe lastiger jongeren zich gedragen, hoe leuker ik ze vind. Daarmee bedoel ik natuurlijk niet dat ik wil dat ze in moeilijkheden zitten, maar dat ik het een uitdaging vind om connectie met ze te maken en ze te helpen. Zwerfjongeren is zo’n groep waar ik veel affiniteit mee heb.” De hulp waar Marco het over heeft is meestal praktisch gericht: hij deelt sokken uit, regelt tegoedbonnen voor voedsel of gaat met ze naar de bioscoop, maar helpt ook met het regelen van woonruimte of het volgen van een opleiding.
“Het zit vaak in de hele gewone dingen”, gaat Marco verder, “maar bij reguliere hulpinstanties is het budget erg krap. Je moet bij wijze van spreken al knokken voor een paar sokken en voor uitstapjes is al helemaal geen geld. Maar juist dat laatste is zo belangrijk voor de jongeren. Uit eten gaan, meedoen met een sportwedstrijd of samen op kamp … Dat maakt de onderlinge band sterker en daarmee ontwikkelen jongeren zelfvertrouwen.”
“Sommigen waren tot tranen toe geraakt dat ze de finish hadden gehaald”
“Een prachtig voorbeeld daarvan is de midwintermarathon. We hebben geld ingezameld voor deelname en zijn met een groep jongeren gaan trainen. Een paar maanden later stonden er 17 jongeren aan de start en ze zijn ook allemaal over de finish gekomen! Zo’n activiteit doet heel veel met ze. Het oefenen met eigen verantwoordelijkheid begint al bij de training: ze moeten afspraken nakomen, regels van de sportclub volgen en samen naar een doel toewerken. Sommigen waren tot tranen toe geraakt dat ze de finish hadden gehaald en ze hebben het er nog steeds over.”
Zwerfjongeren in beeld
Het belangrijkste doel van Stichting Zwerfjongeren Apeldoorn is het om deze groep jongeren een podium te geven en hen zichtbaar te maken. “Ik moet vaak knokken bij organisaties en gemeentes om ervoor te zorgen dat deze jongeren krijgen waar ze recht op hebben”, legt Marco uit. “Ze hebben meestal geen sociaal netwerk of familie die hen kan ondersteunen. Regelmatig betalen wij daarom het inschrijfgeld voor de woningstichting, helpen met de eerste maand huur of kopen boeken voor een opleiding. Ze moeten immers ergens beginnen, willen ze hun leven op de rit krijgen. Er zijn momenteel twee jongeren die een Hbo-opleiding doen en één jongere volgt de middelbare school voor volwassen, zodat hij daarna kan gaan studeren. Ik ben enorm trots op ze! Wij kunnen hen als stichting deze kans geven en dat geeft hen toekomstperspectief. Je kunt je wel voorstellen wat dat doet met hun zelfvertrouwen.”
“Kijk, praten is goed, maar actie is beter,” gaat Marco verder. “Daarmee bedoel ik dat je eindeloos kunt praten over het verleden en dat is ook goed voor de verwerking, maar dat is meestal niet wat zwerfjongeren in eerste instantie nodig hebben. Ze hebben veel meer aan een bron van inkomsten en een dak boven hun hoofd. Van daaruit kunnen ze verder groeien, daarom richten wij ons als stichting op praktische zaken als huisvesting en een baan of opleiding. Wij willen zwerfjongeren dezelfde kansen geven als hun leeftijdsgenoten, dat is wel zo eerlijk.”
Marco heeft een groot gevoel voor rechtvaardigheid, dat is me inmiddels wel duidelijk. Zonder omhaal van woorden gaat hij in op die stelling: “Klopt, zwerfjongeren hebben vaak veel te maken gehad met onrecht en daar kan ik slecht tegen. Regelmatig hoor ik mensen suggereren dat het aan henzelf ligt. Maar is dat wel zo? Als jij als kind uit huis wordt geplaatst omdat je ouders verslaafd zijn of je mishandeld wordt, dan kom je in de pleegzorg of residentiele instellingen terecht. Op dat moment sta je al 1-0 achter ten opzichte van je leeftijdsgenoten, om over de jaren die volgen nog maar te zwijgen. Die geschiedenis heb je als kind niet zelf in de hand. Deze beeldvorming rondom zwerfjongeren is één van de redenen dat is deze stichting heb opgericht.”
Terwijl we zitten te praten gaat de deurbel. Marco springt overeind en komt terug met twee volle boodschappentassen. “Kijk, zo gaat dat hier”, lacht hij. “Dit kan ik mooi gebruiken voor ons volgende uitje met de jongeren, de snacks zijn alvast gedoneerd.”
Straatvader
Stichting Zwerfjongeren Apeldoorn is volledig afhankelijk van donaties en vrijwilligers. “Niemand van ons krijgt betaald en wie dat wel wil, verwijs ik direct naar de deur”, komt Marco onverwacht fel uit de hoek. “We helpen tientallen zwerfjongeren per jaar en ik wil dat alle giften rechtstreeks ten goede komen van de jongeren.” Met één van die jongeren heeft Marco al jarenlang contact. “Hij was een echte raddraaier toen ik hem voor het eerst ontmoette”, lacht Marco. “Hij leefde op straat en niemand had veel vertrouwen in zijn toekomst, maar als je hem nu ziet: het is een bonk van een kerel geworden! Hij is inmiddels getrouwd en heeft twee kinderen. We spreken elkaar nog regelmatig en hij zegt altijd: ‘Marco, jij bent mijn straatvader.’ Dat doet me heel veel zoals je merkt. Voor mijn gevoel doe ik gewoon mijn ding en help waar ik kan. Als je dan merkt dat je écht het verschil hebt kunt maken voor iemand, dan raakt me dat enorm.”
Zolang Marco in Apeldoorn woont en gezond is, zal hij zijn uiterste best doen om zwerfjongeren te helpen. Daarover is hij heel stellig: “Als straatwerker moet je vechten voor jongeren. Jij moet voor hen opkomen en je nek durven uitsteken, want dat is wat ze vaak hebben gemist: iemand die voor hen op de bres sprong. Daarbij wil ik naast hen staan, zonder te oordelen.”