DON BOSCO, ONZE GIDS EN TOCHTGENOOT
In Oostende kennen we Don Bosco vooral door de jeugdhulp in De Takel en de salesiaanse gemeenschap die er woont. Maar het opvoedingsproject van Don Bosco is de basis van de werking in om het even welk salesiaans werk. Voor de salesiaanse inkleuring van het bijbels-christelijke erfgoed zorgt ook de onderwijs- en opvoedingsgemeenschap die gevormd wordt door de Don Boscoscholen. Didier Finet is voorzitter van het overkoepelend Don Bosco Onderwijscentrum, dat momenteel 34 basis- en secundaire scholen in Vlaanderen en Brussel groepeert en onderwijs biedt aan 17.136 jongeren tussen 2,5 en 22 jaar.
We worden hartelijk ontvangen voor een gesprek in Raversijde, waar hij, samen met Marily en hun kinderen Stéphanie en Benoît het onderwijsgezin Finet-Cordier vormen. Marily, die leraar katholieke godsdienst en pastoraal verantwoordelijke is aan het Sint-Bernarduscollege in Nieuwpoort, is er actief als lector op Sint-Rafaël.
Roeping in het onderwijs
Misschien hebben sommigen onder ons Didier nog gekend als onderwijzer in de Lijsterbeslaan, waar hij zijn carrière startte. Maar zijn ambitie reikte verder en hij beëindigde zijn professionele loopbaan als hoofdbegeleider basisonderwijs Katholiek Onderwijs, regio West-Vlaanderen. Op 1 september 2016 ging hij met pensioen. Als jong gepensioneerde blijft hij echter bezig als voorzitter van en docent bij het Hoger Instituut voor Opvoedkunde West-Vlaanderen, als lid van de Commissie van Toezicht van de gevangenissen Brugge en Ruiselede en sedert 2017 dus ook als voorzitter van het Don Bosco Onderwijscentrum.
In de ban van Don Bosco
“Ik kwam in contact met het gedachtengoed van Don Bosco toen ik in het laatste jaar van het Onze-Lieve-Vrouwe-college zat en tijdens mijn lerarenopleiding. Ik engageerde mij toen heel sterk voor de speelpleinwerking en kwam daar in contact met enkele salesianen. In die tijd las ik ook het boekje ‘De opvoedingsrelatie in leerlinggericht onderwijs’ dat ik nog steeds inspirerend vind. Ik geraakte in de ban van Don Bosco, vooral door zijn betrokken aanwezigheid bij zijn ‘arme en verlaten jongeren’. Hij was er, deelde leven en geloof en gaf jongeren een toekomst. Deze inspiratie loodste mij doorheen mijn loopbaan in het katholiek onderwijs en ik was dan ook aangenaam verrast toen Bart Decancq, salesiaan en afgevaardigd bestuurder, mij vroeg om voorzitter te worden”, aldus een enthousiaste Didier.
Schoolbestuur
“Wat voor mij belangrijk is in de veelzijdige opdracht van voorzitter is een hartelijke mens te zijn tussen mijn mensen. Iemand die bereikbaar is, die faciliteert, ondersteunt, verbindt en die spiegel is om samen met vele andere het boeiend salesiaans onderwijsproject met Don Bosco als gids en tochtgenoot verder uit te bouwen. Gelukkig sta ik er niet alleen voor en kan ik rekenen op heel wat mensen, medebestuurders, leidinggevenden en personeelsleden, op onze pedagogische en niet-pedagogische diensten die dagdagelijks het beste van zichzelf geven. Ikzelf hou me voornamelijk bezig met vergaderen en overleggen op beleidsniveau. Daarnaast is representatie ook deel van de opdracht. Dit betekent dat ik geregeld enkele dagen in Oud-Heverlee vertoef. Gelukkig beschik ik daar over een flat en kan ik deelnemen aan het gemeenschapsleven.”
Opvoedingsproject
“Ik vind het opvoedingsproject van Don Bosco belangrijk voor onze jongeren omdat het de alfa en de omega is van de werking in om het even welk salesiaans werk. Of je nu in De Takel in Oostende zit, of in een Don Boscoschool in Limburg, of op het Don Boscospeelplein in Oud-Heverlee, of…: overal zie je een hartelijke leefsfeer met grenzen en normen waarbij mensen zich dagdagelijks inzetten vanuit een assisterende, uitnodigende opvoedingsstijl en in voortdurende dialoog voor kinderen en jongeren om hen te laten groeien in vrijheid, verantwoordelijkheid, verbondenheid en zingeving. Overal krijgen kinderen en jongeren er een eigen plaats, een leerplaats, een ontmoetingsplaats en een zinplaats waarbij elkeen als uniek wezen, stap voor stap, integraal tot ontplooiing mag komen.”
Kwetsbare jongeren
“Voor kwetsbare kinderen en jongeren kunnen Don Boscoscholen doen wat ze voor alle leerlingen belangrijk vinden: geven van degelijk onderwijs dat ervoor zorgt dat elke leerling boven zichzelf uitstijgt en zijn eigen verwachtingen overtreft: “plus est en vous” in leren leren, leren handelen, leren (samen)leven, leren van en in religie, leren zijn. Onderwijs waarbij iedereen zijn talenten mag ontdekken, ontwikkelen en ten dienste van elkaar mag gebruiken.
Hierbij is Don Bosco onze gids en tochtgenoot en geloven we in zijn pedagogie van verbondenheid, vertrouwen, geloof, groei, vreugde, spel en hoop. Zoals hij kunnen en moeten we overal actief aankloppen om aan onze jongeren het beste te geven.
In dialoog treden
“Zonder genegenheid is er geen vertrouwen en zonder vertrouwen geen opvoeding” “Vanuit deze gedachte van Don Bosco blijven we bekwame, enthousiaste en assisterende leraren en leidinggevenden nodig hebben die onderwijs als hun roeping ervaren, die sterk in samenwerking geloven en die werk maken van de relatie leraar-leerling en van verbondenheid. Een leraar en leidinggevende die vanuit een open houding gericht is op het beter leren kennen en het zich inleven in de noden, opvattingen,… van de andere. Door te streven naar een samenwerking met de ouders kunnen leidinggevenden en leraren de leefwereld van gezinnen, ook van de kwetsbare, leren kennen, begrijpen en respecteren. Naast het streven naar dialoog met de ouders als eerste opvoeders is samenwerking met de buurt, de overheid, het bedrijfsleven, jeugdhulp,… van wezenlijk belang. Misschien moeten we meer werk maken van zo’n brede schoolgedachte zonder onze kernopdracht uit het oog te verliezen. Een Don Boscoschool is en blijft op de eerste plaats een school.”
Aanwezig zijn
Jongeren zijn zinzoekers en hebben heel wat ‘stille’ vragen. Hoe kunnen we samen met hen naar antwoorden zoeken? “We kunnen de spiritualiteit van Don Bosco overbrengen door als leraar, in persoon, betrokken aanwezig te zijn en door leven en geloof te delen. Door te tonen we wie we zijn en te communiceren hoe wij in het leven staan, wat ons voedt en beweegt, hoe wij ons verhouden tot wat ons overstijgt. Elke jongere zou de kans moeten krijgen iemand te ontmoeten die het verschil maakt in zijn leven. Er-zijn, leven en geloof delen en jongeren hoop op toekomst geven, daarover gaat het.
(W)onderwijzen
Welke rol kan het onderwijs spelen in de spiritualiteitsbeleving van jongeren? Hoe kunnen we onderwijs en pastoraal blijven verbinden met elkaar? “Een betrokken aanwezigheid van de leraar bij jongeren vormt de kern van opvoeding en onderwijs. Een onderwijs waarbij pastoraal niet afgezonderd wordt, maar deel maakt van het leven. Hierbij verwijs ik graag naar wat emeritus-hoogleraar Jacques Claes zo mooi in zijn boek ‘Onderwijzen, het wonder wijzen’ onder woorden heeft gebracht: Onderwijs wordt katholiek als ze naar het geheel toewerkt. Echt katholiek heeft met de hele werkelijkheid te maken en met de levende
relatie tussen mensen, tussen leerling en leraar. Hierbij is die werkelijkheid geen koel te begrijpen en te onderwijzen systeem maar een wonder gebeuren dat ontdekt dient te worden en waarbij denken danken wordt. Neem bijvoorbeeld wiskunde.
Wiskunde zijn de tafels van vermenigvuldiging maar zijn ook orde en harmonie. Wiskunde zit in de natuur, in muziek,... Zo is spraakkunst vooral de kunst van het spreken, waarbij mensen aangesproken worden.” In onze scholen kunnen leerlingen, vanuit (w)onderwijs unieke scheppende mensen worden, die de werkelijkheid nog beter en menselijker kunnen maken. Dit naar het voorbeeld van Jezus Christus. Professor Claes verwoordde het mooi door te zeggen: “Jezus op school moet iets zijn van elke dag”. Wil men met onderwijzen het wonder wijzen dan zijn pastoraal en onderwijs dus onlosmakelijk met elkaar verbonden en dient opvoeding zich tot doel stellen: inzicht verschaffen in wat men in de diepte leert: leren leren, leren handelen, leren (samen) leven, leren van en in religie, leren zijn.
Wereldburger
Ook Don Boscoscholen worden geconfronteerd met jongeren van niet-Belgische origine en de islam als religie. Kunnen wij hen een stukje van de spiritualiteit van Don Bosco aanreiken? “Moet er een verschil in aanpak zijn tussen Belgische leerlingen en leerlingen van niet-Belgische origine? Geldt voor alle leerlingen niet: groeien naar vrijheid, verantwoordelijkheid, verbondenheid en zingeving? Zijn de voorwaarden voor kwalitatief onderwijs niet voor alle leerlingen dezelfde: acceptatie en uitdaging? Dient de basishouding van elke leraar niet te zijn: respect voor het ‘andere’, geïnspireerd, kwalitatief aanwezig, in dialoog, voorleven, geëngageerd, authentiek, transparant, ‘leer’- krachtgericht, verbindend, structuur biedend, samenwerkend en innovatief. Ik zou aan leidinggevenden en leraren dus zeggen: gewoon doen en zeker niet labelen.
Vertrek van het punt waar de jongere staat en niet vanop de plaats waar hij zou moeten staan. Ga met hem in dialoog en geef hierbij, vanuit je eigen vorming en vanuit het hier en nu, een gelovig antwoord met de mogelijkheden waarover je beschikt. Wees kwalitatief aanwezig, deel en vier het leven en geef jongeren, als wereldburger en rentmeester, hoop op toekomst. Samen zijn we allen verantwoordelijk voor het behoud en de toekomst van de kosmos.”
Accent op talent
Kun je ons kort nog iets vertellen over je taak in de commissie van toezicht voor de gevangenissen van Brugge en Ruiselede? “Ik ben er lid van. Samen met de 14 collega’s houden we onafhankelijk toezicht op de gevangenissen van Brugge en Ruiselede. We volgen er het reilen en zeilen op en waken over de rechten van de gedetineerden. We hebben gesprekken met gevangenen, penitentiair beambten, diensten en directies. We luisteren naar de bekommernissen van de gedetineerden en zijn verbindingspersoon bij conflicten. Als onderwijsmens stel ik vast dat een gevangenis niet onmiddellijk een plaats is waar het welbevinden heel hoog ligt. Toch leren de mensen er. Hun voldoening groeit op het moment dat ze op hun talenten worden aangesproken, iets bijleren en beheersen. Ik ben ervan overtuigd dat, ook in gevangenissen, onderwijs belangrijk is. Zeker als ze met herstelbeleid bezig zijn in plaats van met sanctiebeleid. Laat gedetineerden kennis maken met taal, kunst, literatuur,… Hierdoor kunnen hun menselijke gevoelens en zelfwaarde groeien. Die kansen moeten ze krijgen, willen ze opnieuw op een positieve wijze geïntegreerd worden in de samenleving.”
Bijbel als inspiratiebron
Aan Marily en Didier tenslotte de vraag hoe zij hun geloof beleven? Volgens Marily “begint alles bij het graag zien: aandacht, respect, medemenselijkheid, verdraagzaamheid… Met een beetje meer liefde wordt het gemakkelijker om te leven. Hierbij laat ik mij inspireren door Joh. 15,12: “Ik geef jullie deze regel: Houd van elkaar, net zoals ik van jullie houd”.” Didier laat zich inspireren door Heb. 3,1: “Richt uw aandacht op Jezus”. “Het leven van Jezus Christus is voor mij richtinggevend en bepaalt voor een stuk mijn identiteit. Vanuit deze instelling ga ik in dialoog en leer ik nog zeer veel van en door religies. Hierbij is de Bijbel en vooral de evangelieverhalen inspirerend.
Bron: Kerk & Leven Mariakerke Oostende, 2019/05, jaargang 80, p.1+4