De provinciale over 13 mei feestdag van Maria Mazzarello
“Doe in volle vrijheid wat de liefde je vraagt!” - Maria Mazzarello
Maria Mazzarello, of Maïn, zoals ze ook genoemd wordt, wordt geboren op 9 mei 1837 in Mornese een dorpje in Noord-Italië met ongeveer 1200 inwoners. Ze groeit op in het gehucht ‘Mazzarelli’ op enkele kilometers van de dorpskern. Haar ouders zijn diep christelijk. Als oudste van 10 kinderen (van wie er 3 heel jong sterven) beleeft ze haar kinderjaren in een eenvoudig plattelandsgezin zonder luxe, maar zeker ook zonder armoede. Haar vader waar ze naar opkijkt, leert haar lezen en neemt haar mee voor het werk op het veld. Thuis neemt ze mee verantwoordelijkheid op voor haar broers en zussen. Ze blijkt al vlug een haantje de voorste te zijn, open en spontaan, aangetrokken door wat echt is, ook op gelovig vlak. In 1860 breekt een tyfusepidemie uit in Piëmonte. Ook in Mornese vallen slachtoffers en Maïn neemt het risico om een oom en tante met hun kinderen te verzorgen. Zij wordt zelf doodziek. Voor de eerste keer ervaart ze haar eigen broosheid. Haar gezondheid is geknakt en de lichamelijke kracht ontbreekt haar om haar droom nog te kunnen verwezenlijken: werken op het veld, gecombineerd met inzet in de parochie.
Tijdens de lange herstelperiode sluit ze zich niet op in zichzelf, maar blijft ze rondkijken. Ze ontdekt een nieuwe opdracht; “Ik denk dat God wil dat we ons inzetten voor de meisjes van het dorp”, vertrouwt ze haar vriendin Petronilla toe. In deze periode komt Don Bosco naar Mornese. Don Bosco en zijn jongens houden halt in het dorp: er klinkt muziek, gelach, gejuich...Ook Maïn raakt geboeid door Don Bosco, ook al wisselen ze geen woord met elkaar. Ze ziet in hem haar eigen droom gerealiseerd en voelt intuïtief zijn onvermoeibare zorg voor de jongeren aan. Vanuit deze ontmoeting zal geleidelijk aan een samenwerking groeien. In 1872 komt dan de vraag van Don Bosco. Hij wil zijn eigen zusters die voor de meisjes doen wat hij en zijn salesianen voor de jongens doen. Ieder moet in vrijheid kiezen of ze ingaat op dit nieuwe levensproject: als zuster vrijstaan om jongeren op te voeden. Maïn zegt overtuigd ja en wordt de eerste overste van deze nieuwe congregatie die gericht is op de opvoeding van jongeren. Op 5 augustus leggen 11 jonge vrouwen hun geloften af. Maria Mazzarello leidt de congregatie op haar typische manier: eenvoudig, realistisch en vrij. Ze sterft in 1881, amper 44 jaar oud.
Dankzij Don Bosco konden het bescheiden naaiatelier, oratorium en internaat wereldwijd uitbreiden. In 1891 bereikte het salesiaanse gedachtegoed ook België.
Het wordt het begin van iets nieuws: meisjes krijgen vormingskansen en de zusters creëren naast het werk ook ruimte voor vreugde, spel en ontspanning. Naar haar voorbeeld voeden we vandaag nog steeds op.