BRIEF VAN DE PROVINCIAAL 2019-2020/8
Onze provinciaal, Wilfried Wambeke, brengt mededelingen uit de provincie.
Beste medebroeders
We leven in een vreemde situatie. Het coronavirus legt onze wereld lam en doet ons op een heel andere wijze naar de werkelijkheid kijken. De mens dacht dat hij alles kon beheersen, plannen en onder controle houden, maar een onzichtbare vijand plaatst ons onverwacht met beide voeten op de grond. We blijken dan toch geen almachtige wezens te zijn die alles zelf kunnen regelen. Neen, we blijven kwetsbare mensen die met een bang hartje hopen dat de ziekte ons niet zal treffen.
Het is tegennatuurlijk om het contact met de medemens te mijden. Iedereen is nu een bedreiging voor onze gezondheid. We houden afstand, hoewel we er nu juist nood aan hebben steun te vinden bij elkaar. Als die afstand bewust gekozen wordt, kunnen we er nog mee leven, maar als die opgelegd wordt, zoals bij zieken en stervenden, bij dementerenden en bij kinderen die nog te jong zijn om de motieven te vatten, lijkt dit een onbegrijpelijke maatregel. Het sociale contact dat in moeilijke tijden zo onontbeerlijk is, wordt voor de meest kwetsbare groepen verboden.
En toch … terwijl we in onzekerheid en voor velen dreigende eenzaamheid moeten leven, groeit een houding van solidariteit. We beseffen dat we met z’n allen samen onze verantwoordelijkheid moeten opnemen om de gevolgen van de crisis te beperken. Mensen zijn bekommerd om hun eigen gezondheid en zijn tevens heel bekommerd om het welzijn van hun dierbare en kwetsbare medemensen. Het dagelijkse applaus als teken van respect voor al wie werkzaam is in de zorgsector en in de levensnoodzakelijke diensten toont aan hoezeer het ons allen aangaat.
Uit voorzorg werden de scholen gesloten, vergaderingen en feestelijkheden worden geannuleerd, activiteiten tijdens de paasvakantie (buitenlandreizen met leerlingen, animatorencursussen van Jeugddienst Don Bosco …) kunnen niet plaatsvinden. Uit contacten met onze huizen en werken leer ik dat er achter de schermen heel creatief gezocht wordt om verantwoordelijkheid te blijven opnemen voor de kinderen en jongeren die nu thuis moeten blijven. Via sociale media houden directies en leerkrachten contact, opvoeders zorgen voor de noodzakelijke opvang, jongeren worden gemotiveerd om de inspanningen op te brengen die nodig zijn om de ziekte niet verder te verspreiden. Met grote waardering kijk ik naar de vindingrijkheid en de inspanningen van onze directies en personeelsleden. Met edelmoedigheid blijven zij het opnemen voor iedere jonge mens, in het bijzonder voor de meest kwetsbare. Ook in de gegeven omstandigheden hebben jongeren - zij het op een andere manier dan anders - een gids en tochtgenoot nodig. Heel heel hartelijk dank aan iedereen die hier zijn steentje toe bijdraagt.
In onze gemeenschappen is tot nu toe niemand besmet geraakt. Hier en daar zijn er wel personeelsleden die ziek geworden zijn. We leven met hen mee en duimen voor een spoedige genezing. Voor heel wat medebroeders komt er nu plots ruimte vrij in hun agenda. Uiteraard blijven ze actief betrokken bij de mensen die tot hun zendingsdomein behoren, maar het schept ook wat ruimte om iets te lezen of om dingen af te werken die al lang bleven liggen omdat er gewoonweg geen tijd voor gevonden werd.
Als gelovige mensen beleven we deze crisis ook nog op een andere manier. We hebben plots meer ruimte om te bidden en ons te bezinnen. Het heeft me verheugd dat verscheidene van onze gemeenschappen vorige zondag gehoor gegeven hebben aan de oproep van de Internationale Unie van de Religieuzen een gebedsdag te organiseren en op innige wijze verbonden te zijn met de vele zieken wereldwijd, met de overledenen en met alle getroffen families. Ook de speciale noveen tot Maria Hulp waartoe onze Algemeen Overste opgeroepen heeft, werd in verscheidene van onze gemeenschappen gebeden en beëindigd op de 24ste van deze maand.
Hier of daar hoor ik iemand luidop denken dat God de mensen een lesje wil leren en hen opnieuw op het rechte pad wil brengen. Dat is niet het beeld van de God van Jezus Christus waarin wij geloven. Als we ons laten leiden door de handelswijze van Christus in het evangelie, dan valt daar nergens een God te bespeuren die zich wreekt. We zien integendeel een God die kiest voor de meest kwetsbare mensen en precies aan hun kant gaat staan.
Wat je wel kunt zeggen, is dat deze tijd van crisis ons uitdaagt tot verdere groei in ons geloof. Het doet me denken aan enkele liederen die we al zo vaak gezongen hebben in onze gebedstijden. Geloof ik werkelijk wat ik zing? “God is zo vriendelijk en veilig als het licht, als een mantel om mij heen geslagen. … Wie zou ik worden, waart Gij niet bereid om als ik val, mij telkens op te vangen. Ik leef niet echt als Gij niet met mij zijt.” (ZJ 530) Of: “Heer, onze Heer, hoe zijt Gij aanwezig en hoe onzegbaar ons nabij. Gij zijt gestadig met ons bezig. Onder uw vleugels rusten wij. … Maar wij vermoeden en geloven dat Gij ons draagt, dat Gij ons dient.” (ZJ 540) Of nog: “Ik was geslagen maar God heeft mij overeind geholpen. Ik zal niet sterven, ik zal leven. Hij tilt mij op.” (ZJ 581) En: “Verlos ons als de vijand woedt. Geef, Heer, de vrede ons voorgoed. Leid Gij ons voort, opdat geen kwaad, geen ongeval ons leven schaadt.” (ZJ 409) Zo kunnen we hier nog heel veel liederen en gebeden citeren die al jaren inhoud geven aan onze gebedsmomenten. Maar geloven we werkelijk wat we bidden en zingen, ook nu we getroffen worden door een onberekenbaar virus?
Het valt veel mensen zwaar dat ze in deze veertigdagentijd en straks ook in de Goede Week en de paasdagen geen liturgische diensten kunnen bijwonen. Verscheidene van onze bisschoppen hebben daar de afgelopen dagen over geschreven en ons opgeroepen te blijven bidden. Binnen de beslotenheid van onze gemeenschapshuizen en zonder daar buitenstaanders bij toe te laten, kunnen wij als religieuzen natuurlijk wel de liturgie blijven vieren, mits het respecteren van de noodzakelijke voorwaarden (afstand houden, geen kelk doorgeven …). Beschouw het samen vieren in jullie kloostergemeenschap als een bijzonder voorrecht, wees er dankbaar voor, en weet je intens verbonden met alle mensen die dit voorrecht niet hebben. En misschien kan je toch mensen laten delen in het vieren van de liturgie. Medebroeders zonden vorige zondag via de sociale media de eucharistieviering door naar de mensen van de Savioparochie. Ze kregen meer dan 600 ‘likes’. Zo ontdekken we plots nieuwe kanalen om mensen te laten delen in ons gebed.
Paus Franciscus heeft alle mensen van de hele wereld uitgenodigd om op het middaguur van 25 maart 2020, het feest van de Aankondiging van de Heer, te bidden met de woorden die Jezus ons gegeven heeft: het Onze Vader. Laten we ons allemaal aansluiten bij deze vraag, met het geloof dat na deze dagen van onzekerheid de lente toch zal doorbreken - de natuur laat het ons al zien - en dat Pasen ook dit jaar de boodschap in zich draagt dat lijden en dood niet het laatste woord krijgen en dat God ons ook nu niet in de steek laat.
Nu corona, toen cholera: Don Bosco inspireert
Wellicht komt het wat vreemd over de coronacrisis in verband te brengen met het leven van Don Bosco en toch is dat niet zo moeilijk. In de zomer van 1854 brak in Noord-Italië weer eens cholera uit. Dit was in die tijd een gevreesde ziekte met een hoog sterftecijfer. Er was paniek alom, ook in Turijn waar de noodtoestand afgekondigd werd. De wijk Valdocco was de infectiehaard en vandaaruit was snel de hele stad besmet.
Meteen nam Don Bosco de nodige voorzorgsmaatregelen:
- de lokalen voldoende verluchten;
- geregelde en grondige poetsbeurten van alle gemeenschappelijke ruimtes;
- grotere afstand tussen de bedden op de slaapzalen;
- op regelmatige tijdstippen de handen wassen;
- speciale gebedsmomenten voor de slachtoffers en voor de zorgverstrekkers.
Na een week deden de autoriteiten van Turijn een oproep voor vrijwilligers in de eerstelijnszorg om de duizenden zieken te helpen. In de buurt van besmette mensen komen, was uiterst gevaarlijk. Wie besmet raakte, moest overgeven, kreeg diarree en uitdrogingsverschijnselen. Met een goede hygiënische verzorging en door het drinken van voldoende zuiver water had men kans op genezing. De kwetsbaarste groepen waren de zuigelingen en de bejaarden omdat hun immuunsysteem onvoldoende functioneert.
Op 5 augustus 1854 vertelde Don Bosco de oudere jongens van het Oratorio in Valdocco dat hij zich als vrijwilliger zou aanbieden. Meteen waren er 14 die zich bij hem wilden aansluiten. Een dag later waren er nog eens 30 die zich vrijwillig aanboden. Don Bosco verdeelde ze in drie groepen: een groep zou helpen in de noodhospitalen, een andere zou mensen opzoeken die zich in hun huizen opgesloten hadden en een derde groep zou zich bekommeren om zieken die ze op straat aantroffen. Ze werkten altijd per twee en droegen mondmaskers. Ze hadden allemaal een fles azijn bij zich om hun handen te spoelen voor en na het aanraken van de zieken. Zodra de fles leeg was, moesten ze een nieuwe halen in het Oratorio. Ze namen vers linnen mee voor de verzorging en verbrandden het oude linnen. Als Mamma Margherita in Valdocco helemaal door de voorraad lakens en tafellinnen heen is, scheurt ze het altaardoek van het kerkje van Franciscus van Sales in stukken om daarmee zieken te kunnen verzorgen. Ze dacht: “Als Onze-Lieve-Heer ziet waarvoor het bestemd is, zal Hij het mij niet kwalijk nemen dat ik zelfs het altaardoek weggeschonken heb.”
Opvoeden tot rechtschapen burgers die hun verantwoordelijkheid opnemen in de maatschappij en tot goede christenen die zich geroepen weten om solidair te handelen omdat iedere mens waardevol is in Gods ogen: het is wat Don Bosco zijn jongens leerde, niet in theorie, maar al doende. Zijn sleutelwoord was ‘vertrouwen’: “Zorg dat jullie in staat van genade zijn, en dan verzeker ik jullie dat niemand de ziekte zal krijgen.” Deze boodschap was niet enkel bestemd voor de vrijwillige helpers, maar voor àlle jongens van het Oratorio. Slechts door de gedeelde verantwoordelijkheid van iedereen maakten zijn jongens kans op slagen. Uiteindelijk werd inderdaad niemand van de jongens ziek. Het rotsvast geloof en het vertrouwen dat Don Bosco voorleefde, wekten geloof en vertrouwen op. Het gaf zijn jongens de kracht en de energie om er voor de volle 100% te zijn voor de meest noodlijdende medemens.
Ook vandaag, in 2020, zien we die inzet bij jonge mensen. Toen een oratoriowerking van de salesianen in een Italiaanse stad enkele weken geleden de deuren moest sluiten, stelden heel wat jongeren zich kandidaat om voor oudere en zieke mensen de boodschappen te doen, uiteraard met respect voor de voorgeschreven gedragsregels. Het gebeurt niet enkel in Italië, maar ook hier bij ons zien we hoe mensen zich aanbieden als vrijwilliger, hoe jongeren creatief omgaan met de nieuwe media om oudere mensen nabij te zijn en te helpen waar ze kunnen, hoe ze de jeugdbeweging online draaiende houden, enz. Het stemt tot waardering en dankbaarheid!
Bezinnende woorden van don Pascual Chavez bij de veertigdagentijd
Op het Algemeen Kapittel werd de vastentijd ingezet op aswoensdag met een homilie van don Pascual Chavez V., de vorige Algemeen Overste van onze congregatie. Zijn woorden gelden niet alleen voor die eerste dag van de vasten, maar zijn veertig dagen lang een indringende oproep tot bekering en voorbereiding op het Paasfeest. Ter inspiratie kan je deze vertaalde homilie in volgend artikel lezen: https://www.donbosco.be/nieuws/nu-is-het-de-gunstige-tijd-vandaag-is-de-dag-van-onze-redding
Het 28ste Algemeen Kapittel in verkorte versie …
Het voorbije Algemeen Kapittel zal de geschiedenis ingaan als voortijdig stopgezet en als kapittel zonder slotdocument. Dit is nooit eerder gebeurd. Ik schets even het verloop van de eerste vier weken tot aan de verplichte sluiting.
Deelnemen aan een AK blijft een overweldigende ervaring, ook als je dat voor een tweede keer mag meemaken. Deze keer vond het AK plaats in Valdocco, de ‘heilige grond’ van onze congregatie. Dat gaf duidelijk een meerwaarde, zeker voor de medebroeders die daar nooit eerder geweest waren. Een nadeel van deze bijzondere plaats is het logement: je zit verdeeld over verscheidene hotels. Voor wie met de wagen naar Turijn kwam, zoals wij, lag het hotel een stuk buiten de stad en moesten we zelf instaan voor de verplaatsing.
De eerste week werd hoofdzakelijk ingevuld met een terugblik op de voorbije zes jaren. Alle raadsleden gaven een overzicht van hun realisaties en van de uitdagingen voor de toekomst. In de commissies werd dit verder besproken en werden aandachtspunten weerhouden voor de komende jaren. In dezelfde week waren drie bezinnende voormiddagen voorzien over de drie deelthema’s van het AK. Ik gaf daarvan al een overzicht in de vorige rondzendbrief en bezorgde jullie ook de vertaling van de bijdrage van de Ierse provinciaal Eunan McDonnell.
De tweede kapittelweek stond in het teken van het eerste deelthema: de keuze voor de jongeren, met een duidelijke voorkeursoptie voor de armste en meest kwetsbare jongeren. In vier commissies werd dit thema stap voor stap besproken. Hoe dat in zijn werk gegaan is, kan je lezen in de tekst die hieronder volgt en waarin Eric Haelvoet, de gedelegeerde van onze provincie, zijn indrukken weergeeft over het AK. Op het einde van deze tweede week kwam de juridische commissie met een eerste reeks voorstellen die aan het AK ter goedkeuring zouden voorgelegd worden. Het betrof voorstellen die te maken hadden met wijzigingen in Constituties en Algemeen Reglement met het oog op de samenstelling van de Algemene Raad. Er was heel wat te doen rond het voorstel om een dicasterie voor de leken op te richten. Dat voorstel kwam ondermeer van onze provincie (zie de besluiten van ons Provinciaal Kapittel) en ook Duitsland en Oostenrijk namen het voortouw in dat gesprek. De nota die in de maanden september tot december 2019 samengesteld werd door een werkgroep in onze provincie werd bestudeerd in de juridische commissie. Uiteindelijk werd het voorstel tot oprichting van dergelijk dicasterie niet weerhouden. We voelden dat de tijd niet rijp was, maar het feit dat het meerdere keren aan de orde was in de grote vergadering zal ongetwijfeld bijdragen tot een mentaliteitsverandering.
De derde week kwam het tweede deelthema aan bod: het profiel van de salesiaan en de opleiding die daarvoor nodig is. Het is duidelijk dat een grondige reflectie nodig is over de initiële en de permanente vorming. Op het einde van de week werd ons meegedeeld dat paus Franciscus naar het AK wilde komen, maar dat dit door de Coronatoestanden niet kon. Hij stuurde wel een boodschap. Daarin staat onder meer dat de jonge medebroeders niet moeten gevormd worden voor de zending, maar IN de zending: een bijzonder uitdagende boodschap voor onze vormingshuizen met vaak veel te grote groepen jonge medebroeders in opleiding. Tevens ging heel veel aandacht naar de begeleiding van de jonge medebroeders in alle fasen van de vorming.
De vierde en laatste week werd integraal besteed aan de verkiezingen, die deze keer digitaal verliepen. Daarmee behoren de eindeloze ‘papieren’ stemrondes tot het verleden. De resultaten van die verkiezingen zijn jullie ondertussen bekend.
De vijfde week zou gaan over ‘Salesianen en leken samen in de zending en de vorming’. Velen vonden het zeer jammer dat dit cruciaal thema niet meer aan bod kon komen.
Ook bij de juridische commissie lag nog heel wat werk op de plank. Van de zowat honderd voorstellen hebben zij er slechts een vijftiental ten gronde kunnen behandelen. De redactie-commissie die het inhoudelijk werk van de vier themacommissies moest redigeren tot een eindtekst, heeft enkel het eerste thema kunnen verwerken, zonder dat hun tekst nog kon goedgekeurd worden door het voltallige AK. Het kapittel is dus geëindigd zonder einddocument en zonder de optie om het AK voor een tweede sessie bijeen te roepen. De nieuwe Algemene Raad moet nu bekijken hoe ze verder zullen werken met wat reeds besproken werd tijdens het AK en hoe ze omgaat met wat niet aan bod gekomen is. Grote onduidelijkheid dus.
Al bij al zijn we toch met een bijzondere ervaring terug naar huis gekomen. Voor Eric was het zijn eerste kapittel. Daarom heb ik hem gevraagd een aantal indrukken op papier te zetten. U leest het in wat hier volgt.
Enkele indrukken van Eric Haelvoet over het Algemeen Kapittel
Een Algemeen Kapittel mogen meemaken is een bijzondere gunst. Ik heb enthousiast genoten! Deel uitmaken van het hoogste gezagsorgaan van onze wereldwijde congregatie maakt indruk. In het begin was ik overdonderd door die grote groep medebroeders. Het was een historisch AK: nadat de AK’s 62 jaar buiten Valdocco werden gehouden, nu opnieuw in Valdocco. Een maand verblijven waar alles begon! Bij Don Bosco zelf. Bovendien dachten zestien jongeren van de hele wereld een week lang met ons mee: verfrissend! En uiteraard speelde het COVID-19 coronavirus een heel eigen rol. Er waren ook leken uitgenodigd, maar door het coronavirus werd dat afgeblazen.
Verhalen horen uit 90 provincies in 134 landen beroert het hart en de geest. Enerzijds vond ik bij elke medebroeder die typisch salesiaanse sfeer weer. Anderzijds zijn er ook grote verschillen. We werken niet allemaal in dezelfde omstandigheden. Bij ons is de maatschappij zeer geseculariseerd, in andere landen werkt men als een zeer kleine minderheid te midden van een moslimcultuur, sommigen werken in oorlogsgebieden, de materieel-financiële mogelijkheden variëren sterk, het aantal roepingen verschilt enorm van provincie tot provincie, de geschiedenis is anders, met alle salesianen samen spreken we heel veel talen … En toch begrepen we elkaar voldoende en zochten we broederlijk samen naar wat de Heilige Geest van onze congregatie verwacht.
Het hoofdthema ‘Welke salesianen voor de jongeren van nu?’ was opgedeeld, net als in ons 20PK, in drie deelonderwerpen: wie zijn de jongeren?; welke salesianen?; salesianen en leken samen in de zending en de vorming. Voor elk van die thema’s waren drie stappen voorzien: herkennen (zien), onderscheiden (oordelen), beslissen (handelen). En dit in vier grote commissies, de onze met 41 salesianen (en enkele dagen twee jongeren). Voor het eerste thema geraakten we tot een eerste sneuveltekst, opgesteld door een speciale redactieploeg. De tekst van het eerste deel (herkennen - zien) klonk als een belijdenis. De tekorten werden verrassend scherp geformuleerd. Ik waardeerde dat: zo kan men de problemen vastpakken en er iets aan doen. Eigenlijk zou dit ‘synodaal’ werk op alle niveaus geregeld op een grondige wijze moeten kunnen gebeuren: in elke gemeenschap, in elke opvoedingsgemeenschap, in elke provincie, in de regio’s …
Bij het begin werd uitgenodigd niet alleen na te denken en te praten, maar het praten ook te onderbreken door stil gebed. Ik vond dat een prachtig en zeer waardevol voorstel. Want als we de wil van God (voor onze congregatie) op het spoor willen komen, moeten we goed en grondig naar Hem luisteren. Naar Hem die in de stilte spreekt. Maar wat bleek: ook na een paar keer aandringen in onze commissie, viel dat heel snel weg. Zoals een provinciaal zei: ‘We zijn geen grootmeesters in de onderscheiding.’ Hij heeft een punt. Dit heeft wel zeer grote gevolgen. We zijn te eenzijdig managers, een heel stuk te weinig mystici. En zeggen dat Don Bosco een echte mysticus was en bijzonder begaafd op het vlak van onderscheiding.
Naast de juridische commissie werkten we in vier commissies rond hetzelfde onderwerp en met dezelfde vragen. En toch schoven de vier verslagen mooi in elkaar. Wonderlijk hoe we – als we naar de diepte gaan – toch min of meer in dezelfde richting denken. Die eerste sneuveltekst vond ik bovendien zeer inspirerend. Ik was verrast dat er tussen de regio’s zo weinig verschillen zijn.
In het begin vergaderden we eerst per regio en ook voor de onderscheiding voor de keuze van de nieuwe regionaals werkten we uiteraard per regio. Het viel me op dat we in onze regio praktisch allemaal in dezelfde richting denken. Dat is bemoedigend. We mogen dus een nieuw regionaal beleid verwachten.
Op voorstel van het presidium besliste het AK de verkiezingen van de Algemeen Overste en de dertien raadsleden een week te vervroegen, omdat de kans bestond dat we vroegtijdig zouden moeten stoppen vanwege de overheid. Dat bleek een zeer goede beslissing te zijn. Die verkiezingen gebeuren na een onderscheidingsproces: welk profiel zoeken we?; wat zijn de grote uitdagingen voor de komende zes jaar?; welke namen stellen we voor? Telkens als iemand verkozen was en ook aanvaard had, was dat bijzonder: je ziet daar met eigen ogen hoe iemand gekozen wordt en hoe iemand aanvaardt. Met enige huiver nam ik aan die verkiezingen deel: je beslist daar mee over zes jaar van het leven van veertien mensen, met grote gevolgen voor onze congregatie en de hele wereldwijde salesiaanse beweging.
We kregen drie boeken te lezen:
- het verslag van de Algemeen Overste en zijn raad over de zes voorbije jaren (255 blz.); gelukkig bracht men slechts een synthese in de grote aula; jammer dat we niet de tijd hadden om dat grondig te bestuderen;
- een inspiratieboek met Bijbelse en salesiaanse reflecties, met 14 hoofdstukken, alle van telkens een andere medebroeder (327 blz.); iedereen vertrekt van een Bijbeltekst en past die dan toe op ons salesiaans leven; Wim Collin verzorgde een hoofdstuk over de roepingsgeschiedenis van Don Bosco; ook dit boek konden we niet helemaal lezen, wat jammer was; vorige week las ik de rest van dit boek; het hoofdstuk van don Pascual Chavez over de eerste en permanente vorming van de salesianen spreekt mij het meest aan; de andere hoofdstukken vind ik ook allemaal goed tot zeer goed;
- de sneuveltekst van het nieuw ‘Manuale’ (of handboek) voor de directeurs: ‘Animatie en bestuur van de gemeenschap. De dienst van de salesiaanse directeur’ (231 blz.). Dit boek las ik wel en maakte kritische bedenkingen, die ik vorige week aan don Ivo Coelho bezorgde; het was de bedoeling dit handboek te bespreken en te amenderen, maar ook dat is niet kunnen doorgaan wegens het vroegtijdig stopzetten van het AK.
En dan wat meer ‘petite histoire’:
- het was een hartelijk terugzien van medebroeders die ik leerde kennen tijdens de vier maanden in de UPS eind 2008 (sabbatjaar);
- met twee medebroeders dit gebeuren meemaken bracht ons uiteraard ook dichter bij elkaar; we leerden elkaar als het ware opnieuw kennen;
- de liefde van de medebroeders voor Don Bosco en onze congregatie is enorm;
- jammer dat we het beloofde avondwoordje met het Godly Playverhaal over Don Bosco niet meer konden brengen;
- het ritme tijdens de weekdagen was intens: aan het hotel vertrekken om 6.20 uur en daar pas terug aankomen rond 21.15 uur; gelukkig was er een onderbreking van 12.30 uur (maaltijd om 13.00 uur) tot 15.30 uur, wat een siësta toeliet;
- we kregen bijna elke dag een geschenkje; de priesters kregen twee stolae;
- er was een bezoek van de paus aan ons AK gepland, maar hij was nog niet helemaal hersteld van zijn ziekte; hij sprak een boodschap in en zond ons zijn toespraak toe;
- de inwijding van het nieuw beeld van Mamma Margherita in Valdocco was een mooi moment; ik maakte een powerpointpresentatie over dat beeld (je kan die opvragen bij mij);
- ik ben bereid wat diepere uitleg te geven, ook meer inhoudelijk; ik zal met die voorbereiding zondagavond klaar zijn; natuurlijk kan dat in onze omstandigheden alleen via Skype; gemeenschappen die dat wensen, nemen gerust contact op voor de afspraak.
Nieuw algemeen raadslid voor de regio Centraal- en Noord-Europa
Don Roman Jachimowicz werd op 13 maart 2020, tijdens het 28ste Algemeen Kapittel, verkozen tot regionaal raadslid voor onze regio voor de komende zes jaar. Voor de derde keer op rij is het dus een Pool geworden. Voor de meeste kapittelleden uit West-Europa is hij een nobele onbekende en zelf is hij ook niet vertrouwd met de realiteit van onze West-Europese provincies (die hij zo spoedig mogelijk wil bezoeken voor een eerste kennismaking). Op de avond van zijn verkiezing had ik de kans met hem te spreken. Ik ervaarde hem als iemand met een open geest, geïnteresseerd en luisterbereid.
De keuze van de regionale raadsleden gebeurt als volgt: alle kapittelleden komen samen per regio en hebben enkele uren de tijd om na te denken over de grote uitdagingen waar hun regio voor staat en over het profiel van het te verkiezen raadslid. In een tweede fase worden namen genoemd en is er binnen de eigen regio een geheime stemming. Het resultaat van die stemming wordt tijdens de daaropvolgende werktijd bekendgemaakt aan de voltallige kapittelvergadering. Het hele kapittel moet dan nog zijn stem uitbrengen. Daarbij volgt men meestal het voorstel van de regio. Ten slotte vraagt de Algemeen Overste of de verkozene de opdracht aanvaardt. Vanaf het moment dat hij positief antwoordt op die vraag, maakt hij deel uit van de Algemene Raad.
Volgens onze Constituties (nr. 140) bevordert het regionaal raadslid een rechtstreekse band tussen de provincies van zijn regio en de Algemeen Overste met zijn raad. Hij behartigt de belangen van de hem toevertrouwde provincies. Hij helpt de Algemene Raad om goed op de hoogte te zijn van de lokale situaties waarin we onze zending vervullen.
Don Roman Jachimowicz is geboren op 13 november 1967 in Gorzów Wlkp (Polen). Na zijn noviciaatsjaar in Swobnica deed hij de eerste professie op 22 augustus 1987 en de eeuwige professie in Rumia op 31 juli 1993. Hij werd tot priester gewijd op 25 mei 1995 te Lad. In 2017 werd hij als provinciaal aangesteld voor Noord-Polen, een provincie die ook werken heeft in Rusland, Georgië en Zweden. Don Roman spreekt Pools, Russisch, Duits en Engels. Zijn kennis van het Italiaans moet nog wat bijgeschaafd worden.
Consultatie voor de samenstelling van de provinciale raad
In januari 2020 hielden we een consultatie onder alle medebroeders over de toekomstige samenstelling van de provinciale raad. Het huidige mandaat van drie jaar zal in juli 2020 ten einde lopen voor de volgende drie medebroeders: Wim Flapper, Koen Timmermans en Dieter Verpoest. Bijna 60% van de medebroeders heeft aan deze consultatie deelgenomen, waarvoor oprechte dank. Het resultaat was zeer duidelijk: een overgrote meerderheid van de deelnemers duidde dezelfde medebroeders aan voor de periode 2020-2023. We denken dit te mogen beschouwen als een bevestiging en aanmoediging voor het beleid dat de provinciale raad momenteel voert. De Algemeen Overste met zijn raad volgde ons voorstel en heeft op 21 maart 2020 de drie bovenvermelde medebroeders benoemd voor een nieuwe termijn van drie jaar. Ik dank hen oprecht voor het aanvaarden van dit engagement.
We hielden ook een consultatie voor de directeurs. De vraag twee namen voor te stellen van medebroeders die momenteel geen directeur zijn, bleek bijzonder moeilijk. In de provinciale raad werd begin februari 2020, net voor ik vertrok naar het Algemeen Kapittel, het denkproces opgestart over de benoemingen. We zoeken naar mogelijkheden om in deze coronatijd de gesprekken verder te zetten.
Onze zieke medemens biddend nabij
Onze medebroeders in de zorg en veel oudere mensen in onze families maken moeilijke tijden door. Alle bezoek aan ziekenhuizen en Woon- en Zorgcentra is momenteel verboden, terwijl uitgerekend de mensen die daar verblijven, zo’n nood hebben aan de nabijheid en de aandacht van hun bekenden. Gelukkig is er het medisch en verzorgend personeel dat in de gegeven omstandigheden meer dan het mogelijke doet om onze zorgbehoevende medemensen en medebroeders bij te staan. Ook onze directeurs en andere medebroeders zijn creatief in het vinden van wegen om toch contact te blijven houden met onze zieken. Een kaartje mogen ontvangen, doet altijd deugd. Ik kreeg van een medebroeder de suggestie om eens een foto te maken van jullie gemeenschap, er de namen van de medebroeders bij te schrijven, en dit met een bemoedigend woord te sturen naar de medebroeders in de zorg. Uiteraard blijven we ook verbonden in het dagelijks gebed, met het vertrouwen dat Maria Hulp en Don Bosco ons zeker nu niet in de steek zullen laten.
Jaak Knevels (Oud-Heverlee) is op 11 maart 2020 verhuisd van het Gasthuisbergziekenhuis te Leuven naar het WZC Annuntiaten te Heverlee. Daar verblijven nu vijf medebroeders, waarvan er vier behoren tot de gemeenschap van Oud-Heverlee: Rik Alen, Eric Compernolle, Bert Stienaers en Jaak Knevels. Ook Frans Pottie verblijft daar. Hij behoort tot de gemeenschap van Heverlee.
Adri Maat laat ons langs zijn twee mantelzorgsters weten dat de resultaten van de recent uitgevoerde onderzoeken hoopgevend zijn. Het lopen gaat weer beter (in huis zonder rollator) en hij heeft minder last van duizeligheid.
Jaak Swinnen, medebroeder-missionaris, is op 11 maart 2020 uit Congo teruggekeerd voor dringende medische verzorging in het Imeldaziekenhuis te Bonheiden. Daar werd meteen besloten zijn rechterbeen onder de knie te amputeren. Jaak liet ons gisteren weten dat hij nog steeds veel pijn heeft en dat de dokters besloten hebben op 24 maart 2020 ook de knie te amputeren.
Jef Delporte, medebroeder-missionaris in Ecuador, onderging daar in Puyo een maag- en slokdarmoperatie. Hij schrijft dat hij zich goed voelt en dat het wel in orde komt.
Guido Icket (Oud-Heverlee) werd op 16 maart 2020 opgenomen in Zorggroep Alexianen in Tienen, waar hij eerder al enkele maanden verbleef. We wensen hem een goede hersteltijd toe.
Wilfried Meert (Oud-Heverlee) was verheugd ons te kunnen laten weten dat de behandeling van het kwaadaardig gezwel dat een jaar geleden ontdekt werd, een gunstig effect heeft en verdergezet kan worden. Hij dankt alle mensen die met een gebed of met het branden van een kaarsje ‘gesupporterd’ hebben. Hij voegt er een ontroerend mooi getuigenis aan toe over de kracht van het bidden, met een oproep om dat elke dag, in verbondenheid met elkaar, een tiental minuten te doen op het middaguur, niet alleen voor zijn persoonlijke gezondheid, maar tot zolang de coronacrisis duurt.
Geborgen in Gods eeuwige liefde
Op 9 maart 2020 is in Mexico op 75-jarige leeftijd Carmen Ceja plots overleden, de moeder van onze medebroeder-missionaris Pedro Ayala. Pedro was enkele dagen eerder vanuit zijn gemeenschap te Oostende naar Mexico gereisd om er zijn visum voor België af te halen in de Belgische ambassade.
Wij vertrouwen haar en al onze dierbare overledenen toe aan Gods liefdevolle barmhartigheid.
Een mijmering van Anne Vandenhoeck om af te sluiten
Wanneer bekende kaders dienen te veranderen
en de wereld er plots een stuk vreemder uitziet,
wanneer links en rechts plannen in het water vallen
en ik mij relationeel vervreemd voel,
dan keer ik meer dan anders naar binnen.
Waar gaat het naartoe met deze wereld?
Waar zijt Gij, God, aan het werk in dit alles?
Zullen al mijn geliefden ongedeerd blijven?
Is mijn leven brozer dan ik denk?
Ik kijk naar buiten en de heldere kleur
van de paasbloemen stemt me dankbaar.
Ook als de contactmogelijkheden momenteel sterk beperkt zijn (en wie weet hoe lang dit nog duurt), weten we ons toch innig verbonden met elkaar. We geven een applaus voor alle mensen die tot het uiterste gaan om zorg te dragen voor hun medemens. We moedigen al het goede aan dat in de huidige omstandigheden toch gebeurt. Moge het een voorbode zijn van een nieuwe lente, van een paasvreugde waar we met hoop en vertrouwen naar uitzien.
In salesiaanse verbondenheid
Wilfried Wambeke sdb, provinciaal