Algemeen Overste op de synode: “Alle jongeren zijn onze jongeren"
De Algemeen Overste van de salesianen, Ángel Fernández Artime, sprak op de synode over openheid en speciale aandacht voor jongeren die opgroeien in immigrantengemeenschappen.
“Heilige Vader, mijn oprechte dank voor het geschenk dat u de Kerk aanbiedt via deze synode. Zonder enige twijfel is dit een tijd van genade en tegenwoordigheid van de Heilige Geest. Ik begin met te vertellen dat deze synode me aan een piramide doet denken. Aan de basis liggen alle jongeren. Halverwege, jonge mensen die op weg zijn naar het geloof en op de top, de kleinste groep, de jongeren voor wie hun roeping klaar en duidelijk is. Sta mij toe om u te vertellen wat me gisteren overkwam. Bij het vertrek hier, in de middag, vertelden twee jonge mensen, ongeveer 27 jaar oud, me in het Spaans. "Excuseer, weet jij misschien wie die mensen zijn, die met gekleurde banden rond hun middel rondlopen en iets op hun hoofd dragen?" Ze wisten weinig of niets over de Kerk en haar herders. Ik voelde dat ze niet wisten wat een bisschop was dus heb ik hen uitgelegd wat we hier aan het doen waren. Ik vertelde hen dat de paus veel mensen had opgeroepen om na te denken over jonge mensen, en dat ook jonge mensen meedoen. Ze vroegen me of ze de paus konden zien, want ze zouden hem heel graag willen ontmoeten. Ze vinden hem een goede man. Ik merkte ook dat ze elk een ring droegen en vroeg of ze verloofd waren of al getrouwd. Ze vertelden me dat ze getrouwd waren en een 3-jarig jongetje hadden. Ik vroeg het koppeltje wat de naam van hun zoon was en hun gezicht lichtte op. "Hij heet Julian." Ik gaf ze mijn beste wensen en groette deze Colombiaanse vrienden. En in mijn hart weerklonk de overtuiging sterk: ook dit zijn onze jongeren! Alle jongeren zijn onze jongeren. Anders zouden we sommige jongeren uitsluiten van onze bekommernis. Ik denk dat de Kerk en haar voorgangers alle jonge mensen van de wereld moet beschouwen als haar jongeren, als onze jongeren, opdat niemand uitgesloten zou worden. Ze moeten voelen dat we hen verwelkomen, ongeacht hun situatie of hun levensverhalen. Een tweede ding. Bij een bezoek aan de salesiaanse werken in de wereld zag ik veel kerken in de bisdommen die gevuld waren met jonge immigranten en hun gezinnen. Ik zag ze in Vancouver, Toronto en Montreal, in Californië en Nieuw-Zeeland, in Melbourne, Spanje en Italië. Met duizenden en duizenden Latijns-Amerikaanse broers en zussen, met duizenden Filippino's in Rome en Turijn. Nogmaals wil ik dit benadrukken: dit zijn jonge mensen die samen met hun families een frisse wind van geloof naar onze kerken brengen, ook al groeit afwijzing, angst, intolerantie en xenofobie in onze landen. Wanneer we spreken over jonge mensen als een Kerk, betekent dat volgens mij: een krachtige taal gebruiken, standvastig en moedig geloven in de naties van al onze lokale kerken, precies zoals paus Franciscus dat doet voor de hele Universele Kerk. Durven wij die uitdaging aan te gaan? Onze jongeren zouden tenslotte moeten voelen dat we er voor hen willen zijn, dat het vanzelfsprekend is, en dat we samen met hen op pad willen gaan in het leven en in het geloof. Onze jonge mensen moeten onze affectieve en effectieve aanwezigheid in hun midden voelen. Ze moeten het gevoel hebben dat we hen niet willen regisseren, noch willen dicteren hoe ze moeten leven, maar dat we met hen het beste willen delen dat we hebben: Jezus Christus, de Heer. Ze moeten voelen dat we er zijn voor hen en, als ze ons toestaan, hun geluk en hun hoop delen, hun vreugde, hun pijnen en hun tranen, hun verwarring of hun zoektocht naar zin, hun roeping, hun heden en de toekomst. Ze moeten voelen dat wij Gods lied in hun oren zingen. Misschien bereiken we geen buitengewone orthodoxie en orthopraxis, maar zullen ze, door onze kleine bemiddeling, voelen dat Jezus van hen houdt en ze altijd verwelkomt. Dan zal alles de moeite waard zijn. |